Hoe Is Het Christendom Ontstaan?

Hoe Is Het Christendom Ontstaan
Verspreiding – Volgens de Bijbel stuurde God tien dagen na de dood van Jezus, inderdaad de Heilige Geest naar de aarde. Dit maakte het geloof van de volgelingen nog sterker en ze deden wat Jezus hun vroeg: de verhalen van Jezus verspreiden. Duizenden mensen werden ook volgeling.

Wat is de oorsprong van het christendom?

Het leven van Jezus Christus staat bij deze religie centraal. Het was eerst een kleine godsdienst, maar later werd het door Europese vorsten gebruikt om de orde in het land te bewaren. – Wat hield het christendom nu precies in? En hoe groeide het uit tot een wereldreligie? Hoe Is Het Christendom Ontstaan Oorsprong van het christendom De oorsprong van het christelijke geloof ligt in het Oude Testament, het heilige boek van de Joden (in het Joods heet dit boek de Tenach). Hierin wordt verteld over de schepping van de aarde, volgens dit boek is de aarde door God geschapen. Hoe Is Het Christendom Ontstaan Alhoewel de Romeinse staatsgodsdienst het enige toegestane geloof was werden andere geloven vaak niet gelijk actief vervolgd. Op deze manier kon het christendom onder de meeste keizers langzaam maar zeker groeien. In 313 bevestigde keizer Constantijn de Grote officieel dat er niet langer een staatsgodsdienst was, waardoor men nu overal in het Romeinse Rijk zonder risico op vervolging het christelijke geloof kon aanhangen.

  • Constantijn was zelf ook bekeerd tot het christendom, hij had hier politieke redenen voor: hij zag het christendom als een stabiele godsdienst die zijn rijk beter kon helpen verenigen dan het Romeinse geloof.
  • In het jaar 380 werd het christendom officieel de Romeinse staatsgodsdienst.
  • Sindsdien is het christendom het meest actieve geloof binnen Europa gebleven.

In het Nieuwe Testament wordt er in vier evangeliën (levensverhalen over Jezus geschreven door vier verschillende volgelingen) verslag gedaan van Jezus zijn leven, de wonderen die hij volbracht, en zijn dood. Zijn dood wordt gezien als een belangrijk moment in het christelijke geloof, omdat hij daarmee de zonden van de mensen heeft kunnen vergeven.

  • Na zijn dood zou Jezus weer zijn opgestaan om de Heilige Geest te helpen verspreiden over zijn volgelingen.
  • Deze volgelingen hebben vervolgens zich ingezet om de boodschap van Jezus ook buiten Israël te verspreiden.
  • Hoe kon dit geloof zich zo snel verspreiden? Eerst was het christendom één van de vele kleinere geloven in de provincie Judea, in het huidige Midden-Oosten.

Deze provincie was toen onderdeel van het Romeinse Rijk, waar de religie van de Romeinse goden de officiële staatsgodsdienst was. Het christendom was een aantrekkelijk alternatief voor andere geloven, zoals die van de Romeinen, omdat er een duidelijke boodschap was over het liefhebben van andere mensen en het vergeven van je zonden.

Hoe oud is het geloof christendom?

Christendom Er zijn drie belangrijke stromingen in het christendom: rooms-katholiek, protestant en orthodox. Hoe Is Het Christendom Ontstaan Ivan woont in Bosnië Herzegovina. Dit is zijn kerk. Wineke Onstwedder Een christen gelooft in het bestaan van Jezus Christus als zoon van God. Volgens christenen werd Jezus ruim 2.000 jaar geleden geboren in Bethlehem, een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever.

Wat voor geloof had Jezus?

Het Teken – nr 7, Januari 1996 – Jezus de jood. Een zoon van zijn volk – Tijdschriften Bladzijde: 209 Trefwoorden: “In de loop van de geschiedenis hebben christenen vaak vergeten dat Jezus van Nazaret een jood was.” De auteur is exegeet Een zoon van zijn volk Jezus de jood Ooit zag ik een foto van een weg ergens in een Beiers landschap met langs die weg een kruisbeeld.

  • Aan een boom naast het kruis was een bord aangebracht met de nazi tekst: ‘luden unerwünscht’ ‘Joden ongewenst’.
  • Of de foto een echt document was van de nazi waanzin of geënsceneerd was om deze waanzin aan de kaak te stellen, weet ik niet maar een cynischer en meer vervreemdend beeld van Jezus is moeilijk denkbaar.

In de loop van de geschiedenis hebben christenen vaak vergeten dat Jezus van Nazaret een jood was. Dit paste volgens sommigen niet in het triomfantelijk beeld dat de heersende kerk van zichzelf had. Men ging ervan uit dat de kerk in de plaats van Israël was gekomen en het jodendom geen blijvende betekenis meer had na de komst van Christus.

  1. Christenen verloochenden liever hun herkomst en zagen de kerk liever als de stam en niet als het twijgje dat op de stam van het jodendom was geënt, zoals de apostel Paulus het uitdrukte.
  2. Onder de pogingen Jezus los te maken van het jodendom was de meest radicale en onzinnige die van het nationaal socialisme van Hitler en de zijnen.

Voor hen kon Jezus geen jood zijn en zij ondernamen pogingen om hem tot een vertegenwoordiger van het arische ras te maken. De nazi’s konden echter aansluiten bij min of meer verholen stromingen van antisemitisch denken binnen het christendom. De holocaust met zijn miljoenen joodse slachtoffers in de concentratiekampen heeft christenen opnieuw de ogen geopend voor het feit dat de grondlegger van hun geloof, Jezus, zelf jood was.

  1. Het moderne onderzoek naar de historische Jezus heeft, bij alle onderlinge verschillen, gemeen dat het Jezus van Nazaret probeert terug te plaatsen in de joodse wereld van de eerste eeuw, met al de sociale, economische en religieuze eigenaardigheden van die tijd.
  2. En ieder is het erover eens: Jezus was jood in hart en nieren.

Het is goed dat te benadrukken. Hij was niet enkel jood door geboorte en opvoeding, maar hij bleef een jood, heel zijn leven. Zijn Schrift was de joodse bijbel. Hij had niet de bedoeling een nieuwe godsdienst te stichten, maar zag zichzelf op de eerste plaats als iemand met een bijzondere zending voor de joden.

  • Hij sprak als een jood tot andere joden.
  • Zijn eerste volgelingen waren joden.
  • Alle schrijvers van de nieuwtestamentische boeken (de auteur van het Lukas-evangelie en de Handelingen van de Apostelen misschien uitgezonderd) waren joden.
  • Aan dit onderzoek naar de historische Jezus zijn de laatste decennia ook joodse deskundigen gaan meedoen.

Door hun kennis van de joodse achtergrond in de nieuwtestamentische geschriften spelen ze hierbij een belangrijke rol. Men hoort wel eens zeggen dat men van joodse zijde bezig is met de ‘Heimholung’ van Jezus, met het thuisbrengen of repatriëren van Jezus.

  1. Joden kregen oog voor de uitzonderlijke betekenis van deze zoon van hun volk.
  2. Zo ziet Martin Buber Jezus als zijn ‘grote broer’ en spreekt David Flusser over ‘het religieus genie Jezus’, wiens grootheid door de christenen nooit werkelijk is begrepen.
  3. In elk geval wordt uit al de historische studies steeds duidelijker dat Jezus een zoon van het oude volk Israël was en blijft.

De uitspraak’ Jezus was geen christen, maar een jood’ (J. Wellhausen) krijgt hierdoor steeds steviger fundamenten. Geen christen ‘Exegeten moeten soms constateren, dat mensen geschokt zijn als je zegt, dat Jezus een jood was. Een Zwitserse theologe vertelt dat eens een vrome kloosterzuster reageerde met: ‘Maar de heilige Jozef was toch in elk geval katholiek!’ (G.

  1. Bouman). Deze schok komt niet voort uit een verborgen antisemitisch gevoel, maar meer uit de vrome, onkritische voorstelling die veel christenen vanuit prediking en onderricht zich van Jezus eigen maakten.
  2. Onbewust plaatste men Jezus binnen de eigen tijd en leefsituatie en zag hem als een tijdgenoot, die deel uitmaakte van de christelijke leefwereld.

Ongeveer zoals vroegere schilders bepaalde bijbelse taferelen dichtbij plaatsten, in hun eigen Italiaanse of Vlaamse wereld. Waarschijnlijk gingen de meesten daarbij niet zover als de Ierse predikant, die het klaarkreeg om gedurende de meimaand te preken over het bruidje Maria, dat haar eerste communie deed.

  • Het anderszijn, met name het jood-zijn van figuren als Maria en Jezus realiseerde men zich nauwelijks.
  • Jezus was echter een kind van zijn tijd en van zijn volk.
  • Hij groeide op met de joodse bijbel en binnen heel bepaalde joods­religieuze tradities, waarbij zijn Galilese afkomst mogelijk aan zijn opvattingen nog eens een bijzondere kleur gaf.

In zijn boek: ‘Jezus, de nabije onbekende’ formuleert W. Feneberg de dingen die Jezus met ons christenen gemeen heeft, als volgt: ‘Jezus ging naar het Godshuis, hij deed zijn dagelijkse gebeden en was vroom; hij had God lief en zag Hem als zijn Vader, hij vierde de dag des Heren met grote zorg en liefde en verheugde zich op de grote feesten van het jaar; hij had alle mensen lief en riep daarom alle mensen zonder uitzondering op, zijn leerlingen te worden.’ In dit alles kunnen we ons met hem identificeren.

Maar hij was ook anders dan wij. Met de woorden van Feneberg: ‘Jezus ging niet naar de kerk, maar naar de synagoge, Hij bad niet dagelijks het Onze Vader en het Wees Gegroet, maar tweemaal per dag het Sjema en driemaal het Achttiengebed en het Kaddisj. Hij droeg geen toog of pij, maar de tefilim en de gebedsdoek; hij ging niet op zondag, maar op zaterdag of op vrijdagavond naar de synagoge; hij had thuis geen kruis hangen en geen Mariabeeld, maar gebedsriemen, een sabbatlamp en andere benodigdheden voor de viering van de sabbat; hij vierde niet Pasen, Pinksteren, Allerzielen en Kerstmis, maar de joodse feesten; hij heeft geen enkele heiden tot zijn leerling gemaakt, maar als gewone, tegenwoordig zou men zeggen orthodoxe, en opgeruimde jood geleefd, vreugde ondervonden en leed gedragen.

Hij was werkelijk anders dan wij.’ Jezus de jood ‘Wie Jezus Christus ontmoet, ontmoet het jodendom’, schreven de Duitse bisschoppen in 1980. ‘Rabbi Jesjua ben Josef’ (rabbi Jezus, zoon van Jozef) wordt Jezus soms door zijn volksgenoten genoemd in het Hebreeuws, op de manier waarop men gewoon was rabbis aan te duiden.

Daarmee wordt onderstreept dat Jezus een zoon van Israël was, die leefde binnen het sociale en religieuze decor van het oude Palestina. Als we willen spreken over Jezus als ‘waarlijk mens’, als een van ons, dan moeten we beseffen dat je alleen maar mens kunt zijn binnen een heel concrete situatie en cultuur.

Als ieder mensenkind moest Jezus leren leven in deze wereld, hij moest menselijke gedragsregels en omgangsvormen leren kennen, hij moest ook leren geloven en bidden en dat alles in een heel concrete omgeving. Jezus is opgegroeid binnen de religieuze traditie van zijn volk.

  • Hij heeft de naam van God leren spellen op de wijze waarop Joden dat deden, vanuit de Schriften.
  • Hij leefde, zoals iedere rechtgeaarde jood uit de eerste helft van de eerste eeuw, met in zijn hart en hoofd de herinnering aan aartsvaders, wijzen en profeten.
  • Niets joods was hem vreemd.
  • Hij heeft zijn eigen identiteit en bestemming moeten ontdekken door in en met die joodse gemeenschap te lezen in de Wet, de Profeten en de Geschriften.
See also:  Waar Zit Je Middenrif?

Jezus heeft in die oude woorden zijn eigen weg afgetast en vermoed. ‘Jezus put uit een traditie van eeuwen. Zijn gedachten, zijn droombeelden en denkbeelden, hij schiep ze niet uit het niets, hij diepte ze op uit de schatkamers van zijn volk. Hij las ze bijeen uit de Wet en de Profeten en de Geschriften.

Hij liet ze zich aanreiken door Abraham, Isaak en Jakob. Hij ontving ze dankbaar uit de handen van Mozes en Jozua, van David en Jeremia. Hij liet zich gezeggen door Mirjam en Ruth. En het kan ook niet anders of hij heeft als kind goed geluisterd naar de woorden die Maria bewaard had in haar hart en hij heeft stellig ook goed gekeken naar de werken van haar handen.

En Johannes die Doper die sprinkhanen at, gaf hem ook te denken. En die ontleende weer van alles aan Elia, zijn sprinkhanen etende verre voorganger’ (Nico ter Linden). Joodse wortels Jezus was en bleef heel zijn leven een jood. Hij is niet op een zeker moment tot een ander geloof overgegaan.

Evenmin als de apostel Paulus op de weg naar Damascus zich van jood tot christen ‘bekeerde’ en tot een andere geloofsgemeenschap ging behoren, is er bij Jezus sprake geweest van een ‘omkeer’. Beide werden niet bekeerd, maar ‘geroepen’ tot een bijzondere profetische taak. Jezus voor zijn eigen joodse volk, Paulus vooral voor de heidenvolken om hen te doen delen in het verbond tussen God en zijn volk.

– Jezus is en blijft jood in de manier waarop hij over God denkt en spreekt: zijn God is de god van Abraham, Isaak en Jakob, de god van het joodse volk. – Jezus houdt de tempel van Jeruzalem in ere als ‘huis van zijn Vader’ en ‘huis van gebed’, waar hij geregeld onderricht geeft, ook al heeft hij kritiek op bepaalde toestanden en kan hij over zichzelf zeggen: ‘Meer dan de tempel is hier’ (Mt.12,6).

  1. Jezus’ jood-zijn blijkt uit zijn houding tegenover de joodse tora : ‘Denk niet dat ik gekomen ben om de wet of de profeten af te breken.
  2. Ik ben niet gekomen om af te breken, maar om te vervullen’ (Mt.5,11).
  3. Jezus komt niet de tora vervangen, maar doen.
  4. Hij geeft wel zijn eigen interpretatie en toepassing van de tora, maar dat deden joodse schriftgeleerden en leraren ook.

Bij Jezus gaat het om het doen, het vervullen van de wet, wat helemaal joods is. Al is zijn kritiek op bepaalde joodse praktijken ongezouten, hij blijft daarmee binnen de traditie van Israëls profeten, die ook geen blad voor de mond namen en mistoestanden ongenadig konden kritiseren.

Wel plaatst hij tegenover de farizese last van de wetsverplichtingen nadrukkelijk barmhartigheid en liefde, het licht juk. – Men mag ook veronderstellen dat Je­zus de sabbat onderhield. Ondanks de conflicten die hij volgens de evangelies met de schriftgeleerden had over de sabbatviering, was hij ook op dit punt trouw aan de leer van de tora.

Wanneer Jezus op sabbat zieken geneest, dan doet hij dat juist om te zorgen dat deze mensen van de sabbat kunnen genieten (vgl. Mk.3,4). – De joodse boeken, door ons het Oude Testament genoemd, vormen voor Jezus ‘de heilige Schrift’. Zij is voor hem gezagvol en vanuit haar argumenteert hij vaak.

De dekaloog is voor hem een vanzelfsprekende norm, al concentreert hij zich sterk op het dubbel gebod van de liefde tot God en de naasten. – Al de titels waarmee Jezus wordt aangeduid, stammen uit de Schriften van zijn volk of uit de joodse traditie. Te beginnen met zijn naam Jesjua (= God is redding, vergelijk Jozua), en de benaming ‘Christus’ (= gezalfde, messias) zijn al de woorden, waarmee hij wordt aangeduid, door en door joods: mensenzoon, heer, rabbi, zoon van David, meester, profeet, knecht van God, herder enz.

– De belangrijkste ideeën en begrippen van zijn onderricht zijn joods. Jezus spreekt over: rijk Gods, de Allerhoogste, de Heilige, Abba, Heer van hemel en aarde, bekering, loon, schatten in de hemel, het breken van het brood en tientallen andere zegswijzen die alleen maar vanuit het jodendom te begrijpen zijn.

  1. ‘Het heil komt uit de joden, zegt het Johannes-evangelie (Joh.4,22), omdat de heilbrenger Jezus uit het jodendom kwam.
  2. Dat moet men zich voortdurend bewust blijven, of het de christenen bevalt of niet.
  3. De ‘ariër’ Jezus heeft nooit bestaan.
  4. Jezus was een jood, en hij zou geen messias zijn wanneer hij geen jood was geweest.

Aan de rechterhand van de Vader zit niet zomaar iemand, maar ‘de eeuwige jood’ Jezus van Nazaret. Zo is Jezus de blijvende ‘glorie voor zijn volk Israël’ (Lk.2,32). Uit hen, de joden, immers ‘stamt de Christus naar het vlees’ (Rom.9,5). De christen mag de jood de vraag stellen: Zal Israël ooit nog een beter iemand dan Jezus van Nazaret voortbrengen?’ (F.

Mussner). Jezus was een jood en niet de eerste christen, maar hij was meer dan zomaar een jood binnen zijn generatie. Was Jezus alleen maar jood was hij ook jood of was hij misschien anti-joods? Houdt het feit dat Jezus voelde, dacht en handelde als een joodse man uit de eerste eeuw in, dat hij binnen die joodse context bleef of barstte hij uit dit kader? Bleef Jezus binnen aanvaardbare grenzen van het jodendom of over schreed hij deze, zoals de evangelies lijken te suggereren? Was hij binnen het jodendom misschien een randfiguur die niet paste in de matrijs van de joodse levenswijze, ook al kon hij niet anders dan werken binnen de bestaande conventies van zijn tijd? Of stond hij als vrome jood in het centrum van het jodendom? Wat was zijn eigenheid? Deze vragen zijn niet gemakkelijk te beantwoorden.

In het onderzoek naar de historische Jezus heeft men soms beweerd dat wij overal, waar Jezus afwijkt van het beeld van het ons bekende jodendom, niet de echte Jezus ontmoeten. Men zei bijvoorbeeld: ‘Dat kan Jezus als jood onmogelijk gezegd hebben!’ En vervolgens bestempelde men die bewuste woorden van Jezus als onecht, als latere christelijke vervorming of interpretatie.

Men moet echter rekening houden met Jezus’ originaliteit. Men kan niet zomaar bepaalde gedeelten van de evangelies als onhistorisch bestempelen, omdat wij ze niet goed kunnen combineren met ons beeld van het jodendom. Van de andere kant kan men ook niet zeggen: Overal waar Jezus zich origineel toont en zich onderscheidt van de joodse opvattingen en praktijken, daar komen we de historische Jezus tegen.

Voorzichtigheid blijft hier geboden en een nauwkeurig onderzoek is telkens nodig. Toch zijn er in Jezus’ gedrag en woorden met voldoende zekerheid dingen aan te wijzen, waarin zijn eigen stijl en originaliteit naar voren komt. Een nieuwe leer? Voor verreweg de meeste joden is Jezus een van de vele joodse leraren en een van de vele joodse slachtoffers van onderdrukking.

  • Voor christenen is Jezus dat ook, maar tegelijk meer.
  • Hij is de gezaghebbende uitlegger van de tora, en zijn dood is niet zomaar de dood van een slachtoffer of martelaar, maar heeft een ongewone betekenis, omdat zijn dood te maken heeft met zijn bijzondere pretenties.
  • Waarin bestond Jezus’ originaliteit? Allereerst moet worden opgemerkt dat Jezus’ leer een bijzondere indruk maakte.

De leraar Jezus genoot een bijzonder gezag, dat hij niet ontleende aan een rabbijnse opleiding of een speciale theologische scholing. Zijn toehoorders waren geestdriftig omdat Hij onderrichtte als iemand met gezag en niet als de schriftgeleerden (Mk.1,22).

  • Jezus durfde zelfs te zeggen: ‘Neemt mijn juk op en kom bij mij in de leer’.
  • Dit houdt in dat zijn juk verschilde van dat van schriftgeleerden en farizeeën: ‘Mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Mt.11,28-30).
  • Jezus blijft in zijn onderricht en handelen over het algemeen binnen de normen van het jodendom, al staat hij soms op gespannen voet hiermee.

Op één punt kan men zich echter afvragen of hij de grenzen niet overschrijdt. Dat is in zaken die met de joodse rituele reinheid te maken hebben. Hij komt in nauw contact met melaatsen, die volgens de wet onrein waren en gemeden moesten worden. We kennen zijn radicale uitspraak: ‘Niets wat van buiten af in de mens komt, kan hem onrein maken.

Maar wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein’ (Mk.7,15). Wil Je­zus met deze krasse woorden alleen maar onderstrepen dat het gebod van de liefde voorrang heeft op de reinheidsvoorschriften of worden die regels principieel afgeschaft? In het laatste geval overschrijdt hij duidelijk de grenzen van wat volgens joden kan en lijkt hij zelfs kritiek te hebben op bepaalde onderdelen van de tora.

Omdat deze reinheidsbepalingen vooral ook te maken hadden met eten en drinken, vormden zij een grote barrière in het contact tussen joden en heidenen. Jezus wekt de indruk door deze uitspraak die barrière op te ruimen en de weg naar de heidenen te openen.

  • Zo heeft de oerkerk in elk geval zijn woorden verstaan.
  • Misschien mag Jezus zich persoonlijk gehouden hebben aan de voorschriften inzake rituele reinheid, zijn principiële standpunt was veel ruimer.
  • Wat Jezus op andere punten leerde is allemaal wel ergens te vinden in de schatkamer van het jodendom, maar hij weet het op te diepen en het te brengen in een nieuwe synthese.

Jezus’ genia­le werk is dat hij de vernieuwingstendenzen die in zijn tijd al leefden, samenvat, uitwerkt en ze enkele sterke, vooral sociale accenten meegeeft, zo zegt de joodse specialist David Flusser. De geleefde tora Voor elke zin van de bergrede bijvoorbeeld is het in principe mogelijk in de talrijke joodse geschriften wel ergens een parallelle uitspraak te vinden, maar je moet eerst het evangelie vóór je hebben om dat daadwerkelijk te kunnen.

  1. Zij zijn verspreid over veel leraren, terwijl in het evangelie al die uitspraken door Jezus zijn samengebracht in een oorspronkelijke samenhang.
  2. De rijke joodse traditie in zijn meest intense en humane vorm wordt gepersonifieerd in Jezus.
  3. In hem krijgt ze een gezicht en handen en voeten.
  4. ‘De joodse overlevering vormde de steengroeve.

De grootheid van de architect (Jezus) blijkt uit het feit dat hij uit dit ruwe materiaal zijn eigen leergebouw oprichtte’ (P. Lapide). Nico ter Linden omschrijft dit aldus: ‘De originaliteit zit ‘m er niet zozeer in dat hij iets uit het niets gemaakt zou hebben, zijn originaliteit zit ‘m veeleer in zijn gehele eigen keuze van de woorden die opgeschreven staan, in zijn hartstocht voor de waarden die Israël (met Gods hulp, zo vermoeden gelovigen) in de loop der eeuwen bijeengesprokkeld heeft.

  • Jezus is zo onvergetelijk omdat hij zo oorspronkelijk is in de dappere doordenking en radicalisering van het voorhanden materiaal.
  • Jezus werkt zo aanstekelijk doordat hij de heilige onbezorgdheid, zo schoon bezongen in de liederen van zijn volk, opnieuw gestalte gaf en zo zijn weg is gegaan, mild, in een zeldzame vrijheid, met ontferming bewogen, met gein en godsvertrouwen en in een niet aflatende liefde voor de mensen, tot de dood erop volgde’.
See also:  Primera Keuze Cadeaukaart Waar Te Besteden?

En wanneer Jezus in het Johannes-evangelie zegt: ‘Een nieuw gebod geef ik jullie: dat je elkaar liefhebt’ (Joh.13,34), wil dit niet zeggen dat hij iets nieuws leert, dat nooit eerder is gehoord, maar bedoelt hij dat hij dit gebod een nieuwe inhoud geeft.

  • Het oude gebod wordt nieuw door de manier waarop hij het invult en in praktijk brengt.
  • Jezus belichaamt Gods woord, de tora, in levende lijve.
  • Hij is ‘de wandelende tora’, het vlees geworden Woord van God.
  • Jezus’ unieke plaats Een kenmerk van Jezus is verder dat men hem bij geen van de joodse stromingen of bewegingen uit die tijd kan onderbrengen.

Ofschoon hij bepaalde overeenkomsten vertoont met opvattingen die leefden binnen de verschillende toenmalige joodse groeperingen, uitgezonderd die van de priesterlijke tempelhiërarchie, de sadduceeën, is hij met deze groeperingen niet te vereenzelvigen.

Je kunt hem niet in een be­paalde partij onderbrengen, noch bij de farizeeën, noch bij de essenen, en evenmin bij de zeloten of de volgelingen van Johannes de Doper. Telkens springt hij eruit. Men heeft Jezus willen rangschikken onder de charismatische wonderdoeners, die tijdens de eerste eeuw in het jodendom optraden.

Hij vertoont meerdere overeenkomsten met deze chassidische vromen. Maar ook in vergelijking met deze wonderdoeners is hij anders. Hij overstijgt de grenzen van elke groepering en categorie. Wat Jezus echter vooral uniek maakt, is zijn soevereine volmacht, het bijzonder gezag dat hij zichzelf toekent,

  1. Soms getuigen zijn woorden en daden van aanspraken, vaak zijn messiaans bewustzijn genoemd, die in het jodendom hun gelijke niet hebben.
  2. Hij is de enige ons bekende jood uit de oudheid die niet enkel verkondigd heeft dat men aan de rand van de eindtijd stond, maar tegelijk ook dat de nieuwe heilstijd reeds begonnen was.

Het type joodse messiasverwachting dat Jezus ontwikkeld en verkondigd heeft, is van een geheel eigen soort en ligt tegelijk toch helemaal ingebed in het denken van zijn volk. Die ongehoorde aanspraken maken het dat Jezus voor een joods gevoel toch buiten het kader van het doorsnee jodendom valt.

Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer Jezus durft te zeggen: ‘Je zonden zijn je vergeven’ (vgl. Mk.2,5 en Lk.7,47). Volgens de joden kan immers alleen God zonden vergeven en dat vond alleen plaats bij de offers in de tempel of op Grote Verzoendag. Dat bijzondere van Jezus komt uiteindelijk voort uit het mysterieus contact dat de profeet uit Galilea heeft met zijn God, uit zijn unieke verhouding met zijn hemelse Vader, die hij op een eigen, innige wijze met ‘abba’, papa, aanspreekt.

‘In de jood Jezus komt iets totaal nieuws naar voren, dat niettemin toch joods blijft, maar niet terug te voeren is tot de voorafgaande joodse traditie. De tendens om op de messianiteit van Jezus kritiek uit te oefenen vanuit de voorafgaande joodse traditie of vanuit de latere joodse traditie.

  1. Ontkracht vaak Jezus’ eigenheid’ (E.
  2. Schillebeeckx).
  3. Men kan bij Jezus niet eenvoudigweg alles wat boven de maaigrens van het doorsnee jodendom uitsteekt, afdoen als onbestaanbaar of onhistorisch.
  4. Jodendom en christendom De sterkere bewustwording van het vanzelfsprekende feit dat Jezus een jood was uit het begin van onze jaartelling, heeft belangrijke consequenties.

Het betekent dat we Jezus niet langer kunnen plaatsen tegenover zoiets vaags als ‘het gewone jodendom’. Het jodendom kende een grote verscheidenheid van opvattingen en een pluriformiteit aan religieuze praktijken. Men kan Jezus dus niet meer zien als iemand die de leer van liefde en barmhartigheid stelde tegenover een hecht joods blok van legalisme en formalisme.

Daarmee is niet gezegd dat Jezus geen kritiek zou hebben op bepaalde praktijken of niet afweek van de gangbare opvattingen, maar wel dat hij verstaan moet worden binnen de rijke diversiteit, die er in het jodendom bestond. Hoe men Jezus verder ook moet omschrijven: als een vrome, orthodoxe en vrij traditionele jood of als een marginale jood (de meningen hierover lopen nogal uiteen), hij reageerde op de bonte wereld rondom hem.

Jezus was voor zijn tijdgenoten een ‘begrijpelijk’ en ‘menselijk’ iemand die paste binnen hun leefwereld en niet iemand die overkwam als een wezen van een andere planeet. Wil men de figuur van Jezus werkelijk begrijpen, dan moet men steeds doordrongen blijven van het feit dat hij met zijn navelstreng verbonden is met het jodendom.

  • Daarmee is dan ook gezegd dat de oudtestamentische en joodse wortels van het christendom niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden.
  • Zouden we die willen vergeten, dan zagen we de tak door waarop wij, christenen, zitten.
  • Het is pas na het jaar 70, na de val van Jeruzalem met de verwoesting van de tempel, dat het christendom definitief losraakt van het jodendom.

Voordien kon het christendom nog gezien worden als een variant van het joodse geloof, als een apokalyptische sekte binnen het jodendom. Sindsdien gaan beide hun eigen gang en maken een uiteenlopende ontwikkeling door. Het jodendom wordt een synagogale godsdienst, geleid door rabbijnen.

  • Nu de offercultus in de tempel is weggevallen wordt het jodendom helemaal de godsdienst van het boek.
  • Het christendom wordt de religie voor mensen uit het heidendom.
  • Vóór de catastrofe van het jaar 70 kon Paulus het christendom nog zien als een twijg, geënt op de stam van Israël: een loot van een wilde olijfboom, geënt op de veredelde olijfboom Israël en zodoende profiterend van het sap van de edele stam (vergelijk Rom.11,17).

Na deze datum worden jodendom en christendom veelmeer twee stromen, wel ontsproten aan één bron, maar ieder met zijn eigen bedding. Of misschien is de vergelijking van de ene moeder met twee dochters nog beter: beide zijn ‘dochters van Rebecca’ (A. Segal).

  1. Dit beeld staat dichter bij de werkelijkheid van een familieverhouding, waar spanningen soms tot ontlading komen en relaties kunnen vertroebelen.
  2. Onderlinge banden ‘Het christendom is ontstaan binnen het jodendom en dus is het voor christenen onvermijdelijk zich te bezinnen op hun joodse wortels.
  3. Het christendom kan niet bestaan buiten het jodendom om, maar het omgekeerde kan wél’ (Leo Bakker).

In de latere geschiedenis is het christendom zich gaan beschouwen als ‘het nieuwe en ware Israël’ en het lijden van de joden als de straf voor de verwerping van de Messias. Dat had vaak vervolging of discriminatie van joden tot gevolg. Dit is de donkere zijde van de familierelatie.

  1. Aan de positieve kant staat het feit dat de christelijke verkondigers aan niet-joden in de verste uithoeken van de wereld de God van Israël bekend hebben gemaakt.
  2. Toen de evangelieverkondigers uitzwermden over de wereld, reisden in hun bagage de oude verhalen van Israël mee.
  3. Dat was geen spontane inval van Jezus’ volgelingen, maar zij konden niet anders omdat Jezus (en de eerste leerlingen) waren gevoed en gevormd door die oude verhalen.

Zo is de schat van het joodse erfgoed, Abrahams zegen, door Jezus’ volgelingen vertaald en de hele mensenwereld binnengebracht. De verhouding van ons christenen met de joden beschouwend, kan Nico ter Linden concluderen: ‘Alles wat Israël de wereld gegeven heeft vinden we in Jezus verpersoonlijkt, daar houd ik het maar op.

Het hoogste en diepste dat God ons in Abraham schonk, zie ik in hem vlees en bloed geworden. En verder verheug ik me maar liever in wat ons bindt dan dat ik me druk maak over wat ons scheidt. Om maar ‘s wat te noemen: mét Israël mogen wij in de opstanding geloven. Mét de farizeeën geloofde Jezus daar ook al in.

En zijn wij met het oude volk ook niet één in onze verwachting van het messiaanse rijk?’ Ronald THIJSSEN C.P. Nog geen reacties op dit artikel. : Het Teken – nr 7, Januari 1996 – Jezus de jood. Een zoon van zijn volk – Tijdschriften

Wat is er verboden in het christendom?

Natu ur en geschiedenis – Het aantal geboden in de Hebreeuwse Bijbel is zo omvangrijk en verspreid, dat tal van ordeningen in de loop der tijd zijn uitgeprobeerd. In de Talmoed wordt gesteld dat het totaal aantal geboden 613 bedraagt (Makkot 23b), waarbij de 365 verboden corresponderen met het aantal dagen in het zonnejaar en de 248 geboden met het aantal botjes in het menselijk lichaam.

  • Ook worden de geboden wel ingedeeld naar onderwerp.
  • De Misjna (200 v.C.), die de basis vormt voor de Talmoed, deelt de geboden in naar onderwerp: zegeningen, sabbat, Grote Verzoendag, vasten, Nieuwjaar, Pesach, Sanhedrin, enz., in totaal meer dan zestig traktaten.
  • De middeleeuwer Maimonides hanteert in zijn Boek van de geboden een andere hoofdindeling: positieve en negatieve geboden.

Vervolgens deelt hij de positieve geboden als volgt in (met tussen haakjes het aantal): God (9), Thora (10), tempel (19), offers (53), geloften (4), reinheid (18), giften aan de tempel (20), sabbatsjaar (9), het slachten van dieren (ii), feesten (17), de gemeenschap (14), afgoderij (5), oorlog (4), sociaal (15), familierechtspraak (15), gerechtelijk (8), slaven (4) en straffen (13).

De (negatieve) verboden zijn niet minder gedetailleerd: afgoderij (45), verboden verbonden met de historie (13), godslastering (7), tempel (22), offers (69), priesters (14), spijswetten (30), nazireeërs (8), landbouw (20), handel en slaven (43), rechtspraak (57), incest en andere verboden relaties (32), het koningschap (4).

Het valt daarbij op dat er bijna geen geboden uit het boek Genesis in staan: alleen het gebod om kinderen te verwekken (Gen.1:28), de besnijdenis (Gen.17:10) en het verbod om de heupspier te eten (Gen.32:33). Het verbod om van de boom te eten (Gen.2:16) staat er niet in, alhoewel die overtreding toch doorgaans voor de ongebreidelde hebzucht van de mens verantwoordelijk wordt gesteld.

Maar het moet worden toegegeven dat de terugkeer tot de boom van het paradijs niet langer mogelijk is, zodat het verbod niet direct meer van kracht is. Ook de geboden die aan Noach zijn gegeven, staan er niet in, omdat volgens de rabbijnen deze geboden voor heel de mensheid zijn bedoeld, terwijl voor de joden een veel uitvoeriger programma bestemd is, namelijk het bovenstaande.

Deze basisgeboden zijn volgens de rabbijnen zeven in getal; vergelijkbare basisgeboden – een drietal – zouden mogelijk ook de eerste christenen als leidraad hebben gediend (zie Hand.15:20 en de vele varianten van dat drietal!) Al heeft de indeling van Maimonides helderheid geschapen in de Talmoedische behandeling van de geboden, zijn indeling is zeker niet de enige.

  1. Vóór hem bestond er een behandeling van de geboden in de volgorde waarin ze in de Bijbel ter sprake komen; een voor de hand liggende maar minder systematische methode.
  2. Voor het onderwerp sabbat en de verboden daaromtrent moet je dan zowel bij Genesis i, als bij het verhaal van het manna (Ex.16), als bij de Tien Geboden (Ex.20) zijn.
See also:  Wat Is Een Naamwoordelijk Gezegde?

Nu zijn lang niet al die geboden op elke tijd en plaats van kracht: in de woestijn was geen landbouw en geen koningschap, terwijl de tempel nu al bijna 2000 jaar verwoest is, zodat het jodendom het al die tijd zonder offers moet stellen. Landbouwwetten zijn pas sinds de oprichting van de staat Israël weer relevant en alleen voor joden die daar wonen.

Wat zegt de Bijbel over geloof?

Geloven zonder te zien – Geloven is vertrouwen op God. In de Bijbel gaat vertrouwen op God samen met: hem kennen en weten dat hij de enige God is (Jesaja 43:10). Een bijbels voorbeeld van geloof is Abram. Abram gelooft in God als hij nog niets van zijn beloften kan zien, hij vertrouwt op het enige wat hij heeft: Gods woorden.

  • Daarop leidde hij ​Abram​ naar buiten.
  • Ijk eens naar de hemel,’ zei hij, ‘en tel de sterren, als je dat kunt.’ En hij verzekerde hem: ‘Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen.’ Abram​ vertrouwde op de HEER en deze rekende hem dit toe als een rechtvaardige daad.
  • Genesis 15:5-6) Jezus prijst de mensen die in hem zullen geloven terwijl ze hem niet kunnen zien: Jezus​ zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je.

Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ (Johannes 20:29) Dat kun je ook in Hebreeën lezen: Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. (Hebreeën 11:1) Daarna geeft de schrijver in Hebreeën 11 een indrukwekkende opsomming van bijbelse gelovigen, die op God vertrouwden en deden wat hij wilde.

Welk geloof is 3000 jaar geleden ontstaan?

Jodendom Er zijn verschillende stromingen in het joodse geloof: orthodox en liberaal. Net als veel joodse jongens draagt Doron (10) uit Amstelveen een keppel. Felix Kalkman Gelovige joden geloven in één God. De godsdienst van de joden is het jodendom. Volgens een joodse wet ben je alleen joods als je moeder dat is. Maar je kunt je ook bekeren tot het jodendom.

  1. Het Hebreeuws is de taal van het jodendom.
  2. Een moderne versie ervan is de officiële taal van Israël: het Ivriet.
  3. Richtingen Er zijn verschillende stromingen in het joodse geloof: orthodox en liberaal.
  4. Orthodoxe joden volgen heel nauwkeurig de wetten en voorschriften uit de joodse geschriften.
  5. Ze dragen wat meer traditionele kleding en de jongens en mannen hebben vaak lange krulletjes langs hun gezicht en een keppel of hoed op hun hoofd.

De liberale joden gaan wat moderner om met de joodse wetten en voorschriften. Volk en geloof Als het over joden gaat, dan gaat het ook vaak over het Joodse volk. Voordat het jodendom een officiële godsdienst werd, zou er zo’n 3000 jaar geleden al een Joods volk zijn geweest dat leefde in slavernij onder de Egyptenaren. Hoe Is Het Christendom Ontstaan Jongetjes in een orthodox joods gezin. De joden geloven dat ze het ‘uitverkoren’ volk zijn dat van hun god mag leven in het ‘beloofde’ land Israël. Ze geloven ook dat hun leiders door hun god zijn uitgekozen. Vroeger waren die leiders koningen en rabbijnen.

Zij hadden de taak om het joodse volk te onderwijzen. Tegenwoordig heeft het Joodse volk geen koningen meer, maar nog wel rabbijnen. Rabbijn Elke joodse gemeenschap heeft een rabbijn. Rabbijn betekent letterlijk leraar. Een rabbijn leert mensen over het geloof, geeft raad en weet alles over de joodse tradities en de regels van het jodendom.

Hij leidt diensten in de synagoge: het gebedshuis van de joden. Orthodoxe joden (die volgen heel nauwkeurig de wetten en voorschriften uit de joodse geschriften) hebben alleen mannen als rabbijn. Bij liberale joodse gemeenschappen kunnen vrouwen ook rabbijn worden.

  1. Profeten Het jodendom kent ook belangrijke profeten: mensen die de boodschap van God doorgeven.
  2. Beroemde joodse profeten zijn Mozes, Jozua en Samuel.
  3. Een belangrijke vrouwelijke profeet uit de joodse geschiedenis is bijvoorbeeld Debora.
  4. Deze leiders probeerden het Joodse volk ervan te overtuigen dat zij op een goede manier met elkaar en hun geloof om moesten gaan.

De verhalen over bijvoorbeeld Mozes staan ook in de christelijke bijbel.

Wat is het eerste christelijke land?

Wat viel u op aan Armenië toen u er voor het eerst kwam? – ‘Ik had eigenlijk niet zo’n beeld van het land. Toen ik eind augustus vorig jaar in het holst van de nacht aankwam in Jerevan, was dat mijn kennismaking. Jerevan is een sfeervolle stad met op onverwachtse plekken mooie gebouwen.

  1. Er is nagenoeg geen criminaliteit en het heeft veel restaurants, bars en een actieve concert- en operacultuur.’ ‘Armenië was het eerste christelijke land ter wereld (sinds 301 na Christus).
  2. Daar zijn ze hier erg trots op.
  3. Toen het land onderdeel was van de Sovjet-Unie kon het geloof niet openlijk worden beleden.

En dat heeft effect gehad. Armenen gaan vooral tijdens bruiloften en doopceremonies naar de kerk. Op ‘gewone zondagen’ heeft het meer iets sociaals: met het gezin op toeristische wijze een kerk ergens in het land bekijken, aldaar een kaars opsteken en daarna thuis barbecueën.

Wat is de achternaam van Jezus?

Vraag het Google: Heeft Jezus een achternaam? Ontdek wat de EO nog meer doet met het thema Geloven & Vragen Als je begint te typen in Google, krijg je automatisch suggesties. Die zijn gebaseerd op eerdere zoekvragen van gebruikers. Zo kun je er snel achter komen wat mensen het liefst willen weten. Wat vragen ze zich het meest af over Jezus? Reinier Sonneveld behandelt de top 10, met deze keer nummer 3: heeft Jezus een achternaam? Functie-aanduiding Dit is zo’n vraag waarvan christenen meestal geen vermoeden hebben dat ‘ie leeft. Het is Jezus Christus, wordt vaak gedacht, dat zal dan wel zijn achternaam zijn geweest. Nou, Christus is een functie-aanduiding, zoiets als ons ‘doctorandus’. Messias is de Aramese titel van een koningfiguur die Israël komt bevrijden. In het Grieks vertaald klinkt dat als kristos, In het latijn vervolgens als kristoes, En dat werd vervolgens kristus of gristus in het Nederlands. Jezus Zijn echte naam, Jezus, heeft ook zo’n, In de Bijbel komen we in het Oud-Hebreeuws een Jozua tegen, wat klonk als jeehosjoeha, Jezus werd vernoemd naar deze figuur, de beroemde veroveraar van Israël; een ambitieuze vernoeming, maar hij zou er dus wat vredelievender methoden op na houden. In zijn moedertaal het Aramees klonk zijn naam als jèsjoeha, de Griekse uitspraak daarvan werd in de Bijbel jeesous, wat in het latijn klonk als jesoes, en in onze taal werd dat Jezus. Het meest dichtbij een achternaam dat je kunt komen: Jozefszoon Achternaam Een officiële achternaam had Jezus niet, dat was ook niet gebruikelijk in die tijd. Wel werden mensen met veelvoorkomende namen (en dat was de naam Jezus) om praktische redenen aangeduid met preciseringen. Dat doen wij nog steeds wel: Piet ‘van de werkplaats’, kunnen we zeggen, of Marloes ‘van de buren’. In Jezus’ geval werd dat ” en ”. Als hij semi-officieel werd aangesproken, zal dat ongeveer hebben geklonken als jèsjoeha ben joessef ( ben = zoon, joessef = Jozef). Dat is het meest dichtbij een achternaam van Jezus dat je kunt komen: Jozefszoon. Het kan dat hij ook zo genoteerd is in de bij zijn geboorte. Deze blog is onderdeel van een serie van de (volgens Google) tien meest gestelde vragen over Jezus. Vorige week kwam nummer 4 aan bod: Lees volgende week nummer 2: had Jezus. een tatoeage? Wat denk jij? Hoe zou jij Jezus het liefste noemen? Wat vind je de mooiste naam voor hem? Hoe Is Het Christendom Ontstaan : Vraag het Google: Heeft Jezus een achternaam?

Wat is christendom in het kort?

Alles wat je moet weten over het christendom Het christendom is het grootste geloof ter wereld. Ook in Nederland wonen veel christenen. Zij hangen verschillende stromingen aan, hebben veel tradities en vieren christelijke feestdagen. Willem Wever vertelt je hier alles wat je over het christendom moet weten! Binnen het christendom bestaan er veel verschillende stromingen.

  1. Maar wat ze wel allemaal geloven, is dat God bestaat.
  2. Christenen noemen hem ‘God’, maar er bestaan nog veel meer namen voor hem.
  3. Iets wat alle christenen nog meer gemeen hebben, is dat ze de bijbel lezen.
  4. Maar wat staat daar eigenlijk allemaal in? Christenen hebben een heleboel tradities, zowel in de kerk als daarbuiten.

Hieronder zetten we er een paar op een rijtje. Iemand die afwijkt van een bepaald geloof, wordt soms een ketter genoemd. Maar wist jij dat iemand die een andere christelijke stroming volgt ook een ketter kan zijn? Willem Wever vertelt je meer over ketters! Christenen zijn ook heel druk met feestdagen.

  1. Dat zijn er namelijk een hoop! Van herdenkingen tot uitbundige feesten, de christenen hebben het allemaal! Sommige gelovigen werken voor de kerk, bijvoorbeeld als bisschop.
  2. Of ze zijn zo overtuigd van hun geloof, dat ze als non hun hele leven in het teken van God zetten.
  3. Wie zijn deze mensen en wat doen ze allemaal? Misschien wist je het al, maar katholieke kerk heeft ooit een Nederlandse paus naar het Vaticaan gestuurd.

Hij bleef daar alleen niet zo lang. Waarom niet? Het geloof zorgt niet alleen voor verbinding, maar ook voor en hoop ruzie en zelfs oorlog. Ook in Nederland hebben we oorlog gevoerd vanwege (onder andere) het geloof. Er bestaan een aantal hele belangrijke christelijke personen.

Adblock
detector