Hoe Lang Slaapt Een Hond?

Hoe Lang Slaapt Een Hond
Hoeveel slaapt een hond – Waar een mens over het algemeen aan een stuk door slaapt, ligt dit voor jouw hond toch wat anders. Volwassen honden slapen ongeveer 12 tot 14 uur per dag. Senior honden hebben vaak wat meer slaap nodig, zij slapen meestal 16 tot 18 uur.

Pups hebben zelfs 18 tot 20 uur slaap nodig om goed uitgerust te zijn. Nu je weet hoeveel slaap jouw hond nodig heeft, is het belangrijk om te weten dat een hond ook te veel kan slapen! Wanneer een hond overmatig slaapt kan dit een teken zijn van verveling of depressie. Ook lichamelijke problemen kunnen een reden zijn voor een hond om extra te slapen.

Wanneer jij denkt dat jouw hond echt te veel slaapt, twijfel dan niet en bel de dierenarts!

Waarom slaapt mijn hond de hele dag?

Te veel slaap? – Honden slapen dus behoorlijk vaak, maar kan een hond ook te veel slapen? Ja dat kan. Als een hond vaker dan gemiddeld slaapt kan dat duiden of emotionele of fysieke problemen. Honden kunnen bijvoorbeeld slapen uit verveling of depressie.

Wat doet een hond s nachts?

Waarom smakt of trilt een hond in zijn slaap? – Een hond die trilt of smakt in zijn slaap is heel normaal, hier hoef je je geen zorgen om te maken. Dit doen honden in hun REM-slaap. De hond is aan het dromen en beweegt dan in zijn slaap. Soms blaft of gromt een hond in zijn slaap, ook dit is onderdeel van de REM-slaap bij honden.

Dromen doen honden om prikkels te verwerken, het is goed voor ze. Wanneer je de hond elke keer als hij droomt wakker maakt, kan hij deze prikkels minder goed verwerken. Een dromende hond wordt altijd zelf weer wakker door een geluidje of door een bepaalde geur, of omdat de REM-slaapfase afgelopen is.

Belangrijk in de REM-slaapfase is dat de hond genoeg ruimte heeft: de hond moet languit gestrekt kunnen liggen (in veel benches kan dit niet). Hoe Lang Slaapt Een Hond Franse Bulldog puppy Bella aan het slapen met ogen open in haar hondenslaapzak

Hoeveel slaapt een hond per leeftijd?

Om een goede dagindeling te maken voor jouw puppy dien je met de volgende zaken rekening houden: 1. Eigen dagindeling (aanpassen) Het is natuurlijk per hond (ras), gezin en situatie verschillend op welke tijd er acties worden ondernomen met de pup. Hoe laat staat de eerste persoon in huis op? Wanneer de pup wakker is, moet er direct iemand met de pup naar buiten.2.

  1. Zindelijkheid Voorkomen, voorkomen, voorkomen dat je puppy binnen plast.
  2. Dit betekent letterlijk ontlasten vóór en ná het eten, spelen, slapen, kluiven, snuffelen etc.
  3. Naar buiten.
  4. Daar is nog geen dagplanning op te maken.
  5. Maar uiteindelijk werk je naar een ritme toe, zodat je naar 4 uitlaat momenten per dag kunt werken.

Met ontlasten bedoelen we alleen maar naar buiten gaan om te ontlasten.3. Duur van de wandelingen Zowel lichamelijk als geestelijk is het van belang dat je niet te lang wandelt met je puppy, Er is door dierenartsen een richtlijn gemaakt voor de duur van de wandeling.

We gaan dan uit van ‘5 minuten per maand’. Dus wanneer jouw puppy 2 maanden is, mag de wandeling ongeveer 10 minuten duren per keer. Sommige mensen vinden dit erg kort, maar toch is dit ruim voldoende. De pup is nog volop in de groei en de gewrichten zijn nog niet ‘af’. Wanneer er dus toch teveel en te intensief gelopen wordt zonder goede rustmomenten is de kans op afwijkingen (denk aan HD en ED) groot.

Ook is de kans dat je je pup overprikkelt erg groot, wat de ontwikkeling geen goed doet. Wanneer je denkt dat je puppy toch meer uitdaging nodig heeft naast de ‘5 minuten per maand’ regel, kun je extra uitdaging geven door snuffelspelletjes of een Kong.

Andersom, wanneer je pup uitingen van vermoeidheid geeft, maak je de wandelingen uiteraard korter.4. Alleen zijn (opbouwen) Het aanleren van alleen zijn wordt helaas vaak onderschat. Dit moet langzaam worden opgebouwd en elke dag geoefend worden, Hier moet je dus je dagindeling goed op indelen. Lees het Artikel: Alleen zijn 5.

Slapen van de pup Een puppy moet veel slapen, en goed slapen, zonder afleiding en prikkels (denk aan bv. de kinderen). Je kunt een puppy helpen met goed slapen door de bench af te dekken of de positie van de bench/mand/rennetje op een zo rustig mogelijke plek te zetten.

  • Een puppy (t/m 6 maanden) slaapt ongeveer 18 tot 20 uur.
  • Dit heeft de pup nodig om te groeien, maar ook om alle prikkels te verwerken.
  • Een jonge hond (vanaf 6 t/m 24 maanden) slaapt ongeveer 16 tot 18 uur.
  • Een volwassen hond slaapt ongeveer 16 uur.
  • Slapen is ontzettend belangrijk voor een hond zijn ontwikkeling en het verwerken van prikkels.

Net als mensen is het bepalend voor het functioneren. Een veelgehoorde misvatting is dat mensen vinden dat de pup heel druk is, waardoor ze nog meer gaan ondernemen, maar dit is eigenlijk een teken van vermoeidheid. Op de dag van je puppytraining op de hondenschool of van een socialisatieactiviteit maak je een ander moment korter of pas je je tijden aan. Hoe Lang Slaapt Een Hond – Langzame bewegingen – Veel gapen achter elkaar – Wallen onder de ogen – Rode ogen – Gaan liggen – Wordt druk en bijterig – Pup ‘luistert’ niet meer – Lage, verdrietige en vermoeide houding en bewegingen Wanneer deze signalen aanhouden na aanpassing van je dagindeling is het noodzaak direct contact met je dierenarts op te nemen! Wanneer je met bovenstaande punten hebt rekening gehouden, kan je een dagindeling gaan maken. Hoe Lang Slaapt Een Hond Wanneer de pup ouder is, verandert de duur van de wandeling en verdwijnen de ‘kleine ontlasting’ momenten heel rustig. Uiteraard kijk je naar wat geschikt is voor jouw hond. Wanneer jij twijfelt over de dagindeling van jouw hond kun je dit overleggen met de hondenschool. Voorbeeld puppy 24 weken: Hoe Lang Slaapt Een Hond Wat is een KONG??? Voorbeeld volwassen hond: Elke hond is een individu en niet elke dagindeling is zomaar geschikt voor jouw hond. Wanneer je twijfelt omdat je hond bijvoorbeeld onrustig is, veel blaft of juist extreem moe is, is het sterk aan te raden te overleggen met een (gediplomeerde) professional.

Wat zegt de slaaphouding van je hond?

Net als mensen hebben honden ook slaap nodig, bovendien hebbenhonden vaak persoonlijke voorkeuren als het gaat om hun slaaphouding. Veel mensen gaan ervan uit dat hun hond enkel kiest voor de meest comfortabele positie om een ​​goede nachtrust te krijgen, maar de slaaphouding van uw hond kan veel informatie onthullen. Hoe Lang Slaapt Een Hond Dit is een zeer populaire slaappositie voor honden en tevens ook de meest defensieve. De poten worden comfortabel weggestopt onder het lichaam, hun hoofd helemaal weggedoken in hun lichaam en hun staart rond het gezicht. In deze positie behoud uw hond haar lichaamswarmte en beschermt haar ledematen, gezicht, keel, en alle vitale organen. Hoe Lang Slaapt Een Hond Een nog meer rustgevende positie is op de zijkant. Als uw hond dit doet, betekent dit dat hij zich zeer comfortabel voelt in zijn omgeving, zonder angst voor bedreigingen. Een hond op zijn zij is vrijwel altijd een gelukkige hond. Superman positie Hoe Lang Slaapt Een Hond Een van de leukste slaaphoudingen om te zien, is wanneer honden plat op hun buik liggen, met hun voor en achterpoten gestrekt. We noemen dit de ‘super-dog’ positie. Uw hond ligt iets comfortabeler maar is nog steeds klaar om te reageren op elk moment. Honden die slapen in deze positie hebben vaak veel energie en zijn erg gemotiveerd. De ‘uitgerekte pootjes’ Hoe Lang Slaapt Een Hond Hoewel deze houding er een beetje vreemd uitziet is het niets om bezorgd over te zijn – dit betekent dat ze heel zelfverzekerd zijn en zich veilig voelen in hun woonomgeving. Dit is logisch omdat slapen op de rug de meest kwetsbare positie is voor een hond. Hoe Lang Slaapt Een Hond Een hond die op zijn rug met hun benen in de lucht is een gelukkig hond! Dit is een teken van ultieme ontspanning en comfort. Ze hebben geen zorgen en vertrouwen zichzelf en hun omgeving. Side to Side Hoe Lang Slaapt Een Hond Wanneer een hond dicht bij een andere hond of mens gaat slapen, creëren deze een echte band met elkaar. Hieruit blijkt een groot vertrouwen en loyaliteit aan elkaar. Liggend op de buik Hoe Lang Slaapt Een Hond Honden die slapen in deze positie zijn niet helemaal ontspannen, omdat de spieren nog aangespannen zijn waardoor ze niet in de REM slaap komen. Het is niet alleen een comfortabele positie maar het stelt uw hond in staat om klaar te zijn voor actie en plezier op elk moment. Honden die slapen in deze houding zijn meestal zeer zacht, maar een beetje bang en/of verlegen.

Waarom mag je een hond niet wakker maken?

Waarom dromen honden? – Het is belangrijk dat jouw hond haar REM slaap afmaakt, zeker as ze een nachtmerrie heeft. Net als bij mensen, verwerken honden hun emoties in hun REM-slaap. Dromen zijn een manier om emoties te verwerken en daarom is het belangrijk dat ze niet wakker worden gemaakt.

Hoe kun je zien dat een hond ongelukkig is?

Symptomen ongelukkige hond Uw trouwe viervoeter is rusteloos en blijft maar rondlopen, likt overmatig aan zijn of haar poten of laat de staart hangen. Duidelijke veranderingen in het gedrag en de lichaamshouding zijn eveneens symptomen van een ongelukkige hond.

Is het erg als je hond bij je in bed slaapt?

Pro: wat zijn de pluspunten van een hond in bed? – Iedere baasje kent het beeld van schattige puppy’s die dichtbij elkaar in hun mand slapen. Honden zijn namelijk roedeldieren en houden van lichamelijk contact. Geen wonder dat de meeste honden dit met hun baasje ook willen.

Wie kiest de hond als baas?

Honden kiezen als favoriet vaak iemand met hetzelfde energieniveau en dezelfde persoonlijkheid als zijzelf. Daarnaast zijn er hondenrassen die vooral een band opbouwen met één persoon, waarbij de favoriete persoon dus ook vaak de enige persoon is.

Kan een hond verdrietig zijn?

Hoe kan ik zien of mijn hond depressief is? – We moeten wel benoemen dat depressie bij honden echt bestaat. Hoewel ze het ons misschien niet kunnen vertellen, blijkt uit onderzoek duidelijk dat honden in staat zijn een breed scala van emoties te ervaren, waaronder negatieve emoties, zoals angst en bezorgdheid. Als je merkt dat je hond een van de volgende dingen vertoont:

Een verandering in eetlust Overmatig likken, vooral van de poten Desinteresse of verlies van interesse in wandelingen, speeltijd en/of andere vroeger zo geliefde bezigheden Slechte slaap of verstoring van het slaappatroon Overdreven vasthoudendheid aan jou of een ander gezinslid Plotseling destructief gedrag Veranderingen in de relatie met andere mensen of huisdieren in huis

Dit kunnen signalen zijn dat je hond pijn heeft, zich niet goed voelt of negatieve emoties ervaart. Als je een van deze tekenen opmerkt, neem dan contact op met een dierenarts. Sommige honden vertonen gedrag dat erop wijst dat zij rouwen wanneer een dier waarmee zij een nauwe band hebben, sterft of niet langer in de buurt is.

Honden zijn zeer gevoelig voor menselijke lichaamstaal en stemmingen, en kunnen ons verdriet opmerken na het verlies van een speciale relatie. Als je huisdier je droefheid opmerkt, is het mogelijk dat wat zelfzorg op zijn plaats is. Om er zeker van te zijn dat je zo goed mogelijk voor je huisdier zorgt, moet je ook goed voor jezelf zorgen.

Honden kunnen zich ook gestrest en depressief voelen om andere redenen, zoals een grote verandering in hun huis of leefsituatie. Als je onlangs een nieuwe verantwoordelijkheid op je hebt genomen en minder tijd hebt om te bewegen, te spelen of met ze om te gaan, kan dit verveling of frustratie veroorzaken.

Hoe laat een hond zien dat hij van je houdt?

3. Oogcontact maken – De gezichtsuitdrukking en blik van een hond laten veel zien over hoe hij over jou denkt. Als je hond naar je kijkt met een ontspannen, open mond en opgetrokken wenkbrauwen en ontspannen oren, dan weet je: dit is een teken van liefde! Is je hond ontspannen, dan kan het heel verbindend werken om elkaar in de ogen kijken.

Maar een hond die verlegen is kun je het beste niet direct in de ogen kijken; dat kan overkomen als een daad van agressie. Let maar op: honden die elkaar net leren kennen kijken vaak weg van elkaar. Dat bekent: ‘wees maar niet bang, ik heb geen kwaad in de zin’. Onthoud dat lichaamstaal altijd afhankelijk is van contact.

Oogcontact van een nerveuze of agressieve hond kan gepaard gaan met ‘staren’, platte oren en een gespannen staart.

Wat ziet een hond op tv?

Wat zien honden op het scherm? – Honden kijken heel anders televisie dan dat wij mensen doen. Een HD-televisiebeeld ziet er voor een hond uit als een hoop bewegende plaatjes. Waar wij 100 verschillende kleuren zien, ziet je viervoeter slechts twee primaire kleuren: geel en blauw. Hoe Lang Slaapt Een Hond Hazewinden honden kijken vaker televisie. Foto: Colourbox

Kan een hond het te koud hebben?

Kan een hond het koud hebben? – Jazeker. Honden kunnen het wel degelijk koud hebben. Zelfs zo koud dat ze onderkoeld kunnen raken. Gelukkig valt de kou in Nederland vaak wel mee en kunnen de meeste honden bij kou vaak goed op hun eigen vacht vertrouwen. Dit geldt alleen niet voor iedere hond. Sommige honden hebben wel degelijk baat bij het dragen van een hondenjas, Het hangt erg af van:

het vachttype van de hond de conditie van de vacht de kou

Wanneer je hond een goede ondervacht heeft zorgt dat ervoor dat warmte beter vast gehouden kan worden. Dit geldt voor zowel langharige als kortharige honden. De onderlaag bestaat dan meestal uit kortere, dunnere haren die voor een goede isolatie zorgen.

Hoe laat in de avond hond uitlaten?

Honden voelen zich niet altijd veilig – Toch betekent dit niet dat iedere zich veilig voelt in het donker. Dit kan onderbouwd worden met het feit dat onze huiswolven nu eenmaal het tegenovergestelde hebben geleerd dan hun voorouders. Overdag eten en spelen en in de nacht lekker slapen.

  1. Als je hond dus bang lijkt te zijn in het donker heeft dat niets te maken met een beperkt zicht.
  2. Integendeel, het uitlaten van je hond in het donker is van nature verantwoord.
  3. Omwille van de huidige avondklok zul je steeds meer mensen ‘s avonds de hond zien uitlaten.
  4. Het is immers toegestaan (en ethisch verantwoord) om de hond na 21.00 uur uit te laten.

Overigens een fijne bijkomstigheid dat zijn hond zijn plas niet hoeft op te houden tussen 21.00 – 4.30 uur. Daarom is het belangrijk dat zowel de baas als de hond goed zichtbaar zijn in het donker. Met de volgende tips zorg je voor een veilige avondwandeling met de hond of pup.

Hoe warm moet het in huis zijn voor een hond?

Huisvesting – minimale temperatuur in huis Hoe Lang Slaapt Een Hond Vanwege energie- en kostenbesparing wordt geadviseerd om de thermostaat in huis wat lager te zetten en ‘s nachts flink terug te draaien, bijvoorbeeld naar 15 graden of zelfs lager. Daarbij moet u echter wel rekening houden met de aanwezige huisdieren.

  • Unnen die daar wel tegen? Hier vindt u adviezen over aan te houden temperaturen en waar u aan moet denken.
  • Honden en katten bewegen zich vaak vrij door het huis en kunnen daardoor zelf een prettige plek opzoeken.
  • Maar wat voor hen comfortabel is, kan verschillen: niet alleen vanwege verschillen in bijvoorbeeld leeftijd, maar ook omdat er veel verschillende rassen zijn met bijvoorbeeld andere formaten en vachttypen.
See also:  Waar Geld Wisselen?

Dat kan allemaal meespelen in het bepalen van een goede nachttemperatuur. Er is niet bekend welke temperaturen honden en katten het liefste hebben als ze zelf mogen kiezen. Er is wel onderzoek gedaan naar het effect van omgevingstemperaturen op de hoeveelheid energie die het dier nodig heeft om zichzelf op de juiste temperatuur te houden terwijl hij in rust is.

Een dier kan bijvoorbeeld gaan rillen en zijn stofwisseling verhogen om meer warmte te produceren, en dat kost energie. De omgevingstemperatuur waarbij het dier zo min mogelijk energie verbruikt, heet de thermoneutrale temperatuur. Die lag in diverse onderzoeken voor de kat tussen 30 en 35 graden. Voor de gemiddelde volwassen hond lag dit ongeveer tussen 20 en 25 graden, waarbij opvalt dat sledehonden zoals de husky ook bij temperaturen rond het vriespunt maar heel weinig extra energie verbruiken om zichzelf warm te houden.

Zij zijn helemaal aangepast aan een koude omgeving. In andere onderzoeken bleken honden vrij goed voor korte tijd tegen koudere temperaturen te kunnen, maar er is natuurlijk een verschil tussen welke temperatuur een dier voor korte tijd aankan en welke temperatuur voor hem comfortabel is.

Daarbij komt ook dat een dier tijd nodig heeft zich aan te passen. Honden en katachtigen in de natuur hebben uiteraard ook te maken met lage temperaturen, maar een dier dat steeds buiten leeft maakt een goede wintervacht aan terwijl dat bij een dier dat binnen leeft doorgaans niet of minder gebeurt. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat pups die opgroeien bij een koude omgevingstemperatuur een veel dikkere vacht ontwikkelden dan pups die in een warmere omgeving opgroeiden.

En bij katten bleek dat de stofwisseling zich aanpaste bij gewenning aan kou, waardoor ze minder hoefden te rillen om zichzelf warm te houden. Dieren die veel energie nodig hebben om zichzelf warm te houden, eten ook meer. De meeste dieren die in Nederland leven zijn aangepast aan onze temperaturen.

  1. Een kamertemperatuur van 25 graden is dan ook voor veel honden al aardig warm, en afhankelijk van hun ras en bouw en van waar ze aan gewend zijn kan dit ook te warm zijn.
  2. Er bestaan verschillende adviezen voor de temperatuur in honden- en kattenverblijven.
  3. De Universities Federation for Animal Welfare (UFAW) raadt aan om katten te houden bij 18 tot 24 graden en honden tussen 10 en 26 graden.

Dit is gericht op dieren die als huisdier worden gehouden. Voor honden in een bench moeten zowel hoge als lage temperaturen vermeden worden. De dieren moeten een droge, beschutte slaapplek hebben. Daarnaast zijn er adviezen die gericht zijn op het houden van dieren in instellingen zoals kennels, pensions, asielen en onderzoeksinstellingen.

De American Veterinary Medical Association geeft aan om de temperatuur voor hond en kat tussen 10 en 26 graden te houden en daarnaast rekening te houden met het individu.In richtlijnen opgesteld door de Europese Gemeenschap wordt geadviseerd om katten en honden die gebruikt worden voor onderzoek te houden tussen 15 en 21 graden.De National Research council geeft voor honden en katten in laboratoria een temperatuur van 16-29 graden aan.

De in deze adviezen genoemde minimumtemperaturen zijn wel bedoeld als ondergrens in bijvoorbeeld kennels, pensions en asielen. Dat betekent dat de dieren aan zulke temperaturen gewend raken, omdat de dag- en nachttemperatuur daar niet of nauwelijks van elkaar zullen verschillen.

  1. Zeker bij dieren die voor onderzoek gehouden worden, wordt de temperatuur relatief constant gehouden.
  2. Voor een hond of kat die in een huis leeft waar de dagtemperatuur 19-21 graden is, zou een nachttemperatuur van 10 graden betekenen dat er wel erg veel verschil is.
  3. Dat maakt dat het dier zich er niet zo goed op kan instellen.

Juist op het moment dat het dier in rust is, en dus zelf weinig warmte produceert, is de omgevingstemperatuur laag. Een te koude omgeving tijdens de slaap is oncomfortabel en kan de slaap hinderen (dat geldt overigens ook voor een te warme omgeving). Er moet ook goed rekening worden gehouden met individuele verschillen: het ras, de leeftijd en de lichamelijke toestand van een dier spelen een rol in zijn mogelijkheden om zichzelf warm te houden.

Een nachttemperatuur van 15 graden is daarom voor het ene dier prima, maar voor het andere dier echt te koud! Vooral bij honden zijn de rasverschillen groot. Honden met een dikke vacht verliezen veel minder snel hun warmte dan honden met een korte vacht, of zelfs helemaal zonder vacht. Een vacht zonder ondervacht laat ook sneller warmte los.

Kleine hondjes verliezen hun warmte veel sneller dan grote honden, omdat ze meer oppervlakte hebben ten opzichte van hun inhoud. En sommige honden hebben van nature al meer vetweefsel dan andere, wat kan helpen om warmte vast te houden. Bij katten zijn die verschillen wat kleiner, maar ook daar bestaan rassen met dikke of juist dunne vachten.

  1. Het spreekt vanzelf dat een naaktkat zijn warmte extra snel kwijtraakt.
  2. Ook de leeftijd speelt mee: zowel pups en kittens als oudere honden en katten hebben het moeilijker om hun temperatuur te reguleren en zij hebben daarom een warmere omgeving nodig.
  3. Het is waarschijnlijk geen verrassing dat zieke dieren een warme omgeving nodig hebben.

Maar denk daarbij ook aan dieren die bijvoorbeeld gewrichtsklachten hebben; ook voor hen kan een koude omgeving zorgen dat ze meer last krijgen van pijn en stijfheid. Artrose komt veel voor bij huisdieren en wordt vaak over het hoofd gezien. Is uw dier niet meer zo actief als vroeger, springt de kat niet meer overal op of komt de hond wat trager uit zijn mand: bedenk dat dit gewrichtsklachten kunnen zijn, ook als uw dier nog relatief jong is! In die gevallen is het uiteraard verstandig om naar de dierenarts te gaan, maar ook om er rekening mee te houden dat een koude omgeving de klachten misschien kan verergeren (zie ook de artikelen over pijn herkennen bij hond en bij kat, elders op onze website).

Een grote, gezonde hond met een dikke vacht zal dus veel beter tegen lage temperaturen in huis kunnen en dat soms zelfs lekkerder vinden dan als de verwarming flink aan staat. Maar voor een klein, kortharig hondje of een oudere kat kan beter een wat hogere temperatuur worden aangehouden. Zieke dieren hebben vaak een nog wat hogere temperatuur nodig; overleg dat met uw dierenarts.

Op basis van de gegevens uit de literatuur en adviezen van de hierboven genoemde professionele organisaties lijken de volgende temperaturen een goede richtlijn. Let altijd op uw dier en zijn gedrag om te zien of de temperatuur voldoende comfortabel is.

Voor gezonde, volwassen honden van een gemiddeld ras: kies een nachttemperatuur in huis die niet meer dan 5 graden kouder is dan de temperatuur in huis overdag. Voor grote honden met een dikke vacht en sledehonden: houd de nachttemperatuur boven 10 graden om de temperatuurschommelingen niet te groot te maken. Voor kleine hondjes, honden met een dunne vacht, geen vacht of een vacht zonder ondervacht, en honden met heel weinig vet zoals windhonden: houd een minimale temperatuur van zo’n 18 graden aan. Voor jonge pups, oude honden en honden met een ziekte of aandoening: houd een minimale temperatuur van 18 graden aan en overleg bij ziekte met uw dierenarts.

Voor gezonde, volwassen katten: kies een nachttemperatuur in huis die niet meer dan 5 graden kouder is dan de temperatuur in huis overdag en zorg voor een slaapplek waar het tenminste 15 graden blijft. Voor katten met een dunne vacht (bv. rex, siamees): zorg voor een slaapplek waar het tenminste 18 graden blijft. Voor naaktkatten: houd de temperatuur boven 20 graden en zorg voor extra maatregelen zodat de kat het niet te koud krijgt. Voor kittens, oude katten en katten met een ziekte of aandoening: houd een minimale temperatuur van 18 graden aan en overleg bij ziekte met uw dierenarts.

Pups en kittens onder 4 weken hebben een nog hogere temperatuur nodig; overleg dat met uw dierenarts als u een nestje heeft. Zorg er bovendien voor dat hond en kat een goede slaapplek hebben, op een beschutte plaats en natuurlijk niet op de tocht. Maak voor de hond een plek een eindje boven de grond tegen optrekkende kou en zorg voor warme dekens of kleedjes waar hij zich in kan nestelen als hij dat wil.

  1. Laat het dier zelf kiezen waar hij wil slapen.
  2. Zit uw hond ‘s nachts in een bench? Dan kan hij niet zelf een andere plek zoeken als hij het te koud heeft en kan hij bovendien weinig bewegen.
  3. Houd dan de kamertemperatuur wat hoger.
  4. Let bovendien op dat uw hond na bijvoorbeeld het zwemmen of een wasbeurt helemaal opgedroogd moet zijn voor hij gaat slapen! Zorg voor katten voor genoeg warme slaapplekjes waar ze kunnen wegkruipen; denk aan zachte kattenmandjes met een hoge zijkant of deels overkapt, of kartonnen dozen met een kleedje erin.

Let goed op of u tekenen ziet dat uw dier het te koud heeft. Een dier dat het erg koud heeft kruipt weg, rolt zich in elkaar, rilt of is onrustig en komt niet goed aan slapen toe. Ook komt het regelmatig voor dat dieren die het koud hebben, vaker dan anders bij hun eigenaar komen zitten, zoals op schoot of op/in bed, of andere warme plekken opzoeken.

  • Onijnen kunnen vrij goed tegen lagere temperaturen, maar minder goed tegen grote schommelingen in temperatuur.
  • Laat u het ‘s nachts 15 graden worden maar stookt u het overdag dan weer op tot 21 graden, dan is dat al een aardig verschil.
  • Bovendien maakt een konijn dat binnen woont niet zo’n dikke wintervacht als een konijn dat buiten leeft.

Laat de temperatuur dus niet verder zakken dan zo’n 15 graden. Zorg dan in elk geval voor voldoende stro en hooi om in weg te kruipen. Huisvesting met een soortgenoot, wat voor een sociaal dier als het konijn belangrijk is, zorgt ervoor dat ze elkaar ook warm kunnen houden.

Houd bovendien rekening met individuele verschillen en de verschillen tussen rassen en vachten. Oude konijnen houden zichzelf wat minder goed warm, voor hen is het beter de nachttemperatuur wat hoger te houden. Maak eventueel een nachthokje waarin ze zich kunnen terugtrekken, met veel hooi en stro waardoor hun eigen warmte goed wordt vastgehouden.

Is een konijn ziek, dan dreigt gevaar voor onderkoeling en moet het dier goed warm gehouden worden! Houd de thermostaat dan boven 20 graden en maak indien nodig gebruik van plaatselijk extra warmte, zoals met een kruik of warmtelamp. Cavia’s kunnen minder goed tegen de kou dan konijnen.

Ze kunnen ook niet tegen grote temperatuurverschillen. Voor hen is het prettiger de temperatuur boven 18 graden te houden. Houd de temperatuur voor haarloze cavia’s boven 22 graden. Ook voor cavia’s geldt bovendien dat ze in elk geval een soortgenoot nodig hebben, wat kan helpen om elkaar warm te houden.

Geef de dieren een flinke berg hooi om een warm plekje te maken. Wilt u de kamertemperatuur lager maken, zorg dan voor een goed schuilhok met hooi erin zodat de warmte die de cavia’s zelf produceren daar goed blijft hangen. Onder de kleinere knagers zijn er ook dieren die een wat hogere temperatuur nodig hebben in hun verblijf.

Hamsters, ratten en muizen houden niet van te koude temperaturen. Er zijn proeven gedaan om te kijken welke omgevingstemperatuur ze zelf zouden kiezen. Ratten blijken overdag een temperatuur van ongeveer 27-28 graden te kiezen en ‘s nachts zo’n 5 graden lager. Ook muizen kozen in proeven voor hoge temperaturen, gemiddeld ligt de door hen gekozen temperatuur rond 30 graden, ‘s nachts als ze actief zijn zo’n 4 graden lager.

Muizen die in hun eentje gehuisvest waren, kozen een temperatuur die een graad hoger was dan muizen die in een groepje van 5 leefden. Het gaat hier om dieren die ‘s nachts actief zijn; ze blijken een hogere temperatuur te kiezen overdag, op de momenten dat ze slapen en zelf dus minder warmte produceren.

Muizen en ratten kunnen door het bouwen van nesten en door dicht op elkaar te zitten weliswaar veel koudere temperaturen aan, maar warmer is voor hen duidelijk comfortabeler. In de literatuur wordt voor muizen en ratten in laboratoria een temperatuur tussen 20 en 26 graden aanbevolen. Syrische hamsters kozen in proeven voor temperaturen van rond 33 graden overdag en zo’n 26-28 graden ‘s nachts.

Dit zijn solitaire dieren, die elkaar dus niet warm houden, maar ze kunnen wel door het bouwen van een nest een plekje voor zichzelf maken waar de temperatuur plaatselijk hoger blijft. Syrische hamsters kunnen bij lage temperaturen in winterrust of winterslaap gaan.

Daarbij verlagen ze hun stofwisseling om energie te sparen. Bij temperaturen onder 15 graden zullen ze minder actief worden en bij temperaturen onder een graad of 8-10 en weinig licht bestaat de kans dat de hamster in winterslaap gaat. De kans dat dit in huis gebeurt is klein, maar treft u een hamster aan die dood lijkt en is de temperatuur laag, controleer dan extra of hij wel echt overleden is! Een duidelijk verschil is dat een dode hamster stijf wordt, terwijl een hamster in winterslaap slap blijft.

Bij langzaam opwarmen wordt de hamster dan uiteindelijk weer wakker. Dwerghamsters houden geen winterslaap. Ze kunnen wel in een korte rusttoestand (torpor genoemd) gaan van enkele uren om energie te sparen. Dat gebeurt eerder als het in de omgeving koud is.

  1. Voor Mongoolse gerbils ligt de omgevingstemperatuur waarbij ze zo min mogelijk energie verbruiken in onderzoek overdag ongeveer tussen 28 en 33 graden.
  2. In hun natuurlijke leefomgeving komen hele hoge en hele lage temperaturen voor.
  3. In hun hol blijft het tijdens hete perioden echter tussen 30 en 35 graden.

Tijdens kou kunnen ze door hun stofwisseling te versnellen zelf meer warmte produceren, en door in elkaar te kruipen die warmte beter vasthouden. Voor veel knagers zoals gerbils, hamsters, ratten en muizen ligt 15 graden dus wel erg ver van hun zelf gekozen temperatuur af.

Een lage temperatuur kan oncomfortabel zijn en kan ook hun weerstand verlagen. Houd daarom voor hen de temperatuur bij voorkeur boven 18 graden, liever nog 20 graden, en zorg in elk geval voor voldoende schuilhuisjes en nestmateriaal en bij gerbils, muizen en ratten natuurlijk voor soortgenoten, want deze dieren slapen samen en houden elkaar zo warm.

Let goed op uw dieren. In elkaar gedoken zitten, rillen, dichter op elkaar zitten en zich vaker in hun schuilplek, hooi of nest terugtrekken kunnen aanwijzingen zijn dat ze het te koud vinden. Is de temperatuur in uw kamer toch lager dan voor uw dier comfortabel is? Eventueel kan een warmtelampje boven een deel van het verblijf dan zorgen voor een plaatselijk hogere temperatuur zodat u niet de hele kamer hoeft te verwarmen.

Zorg er dan wel voor dat de dieren niet bij de lamp of het snoer kunnen komen! Hang de lamp zo dat de dieren kunnen kiezen of ze wel of niet onder de lamp willen zitten en let goed op dat het niet te warm wordt. Kies een warmtelamp die geen licht geeft, zoals met infrarood, want anders verstoort u de licht-donkercyclus.

Bij fretten is geen onderzoek gedaan naar welke temperatuur zij het prettigste vinden. Zij hebben eerder last hebben van te hoge dan van lagere temperaturen. De aanbeveling uit literatuur is om de temperatuur boven 15 graden te houden. In de praktijk kunnen fretten wel tegen lagere temperaturen.

  1. Zorg er dan echter wel voor dat ze zelf een warm plekje kunnen vinden, zoals een nestbox met wat handdoeken erin.
  2. Met een terrarium en aquarium moet u er rekening mee houden dat die verblijven ook ‘s nachts op een temperatuur gehouden moeten worden die past bij de diersoort.
  3. Deze verblijven hebben doorgaans een eigen verwarming en thermostaat.
See also:  Hoe Maak Je Een Screenshot Op Pc?

Heeft u bijvoorbeeld een verwarmd aquarium van 24 graden maar zet u ‘s nachts de verwarming van de kamer op 15 graden, dan zal de verwarming van het aquarium harder moeten werken om het water op de juiste temperatuur te houden, wat extra verbruik geeft.

Let in zo’n geval op of de verwarming wel sterk genoeg is om de gewenste temperatuur ook ‘s nachts te bereiken. Bij een onverwarmd terrarium of aquarium op kamertemperatuur moet de nachttemperatuur in de kamer niet lager worden dan de aanbevolen temperatuur voor de diersoort. Of vogels tegen lagere nachttemperaturen kunnen, hangt af van hun herkomst en hun lichamelijke toestand.

Vogels die uit tropische gebieden komen kunnen meestal minder goed tegen te lage temperaturen. Laat voor bijvoorbeeld amazonepapegaaien, grijze roodstaartpapegaaien en pyrrhura’s maar ook diamantduiven of gouldamadines de temperatuur daarom liever niet onder 15 graden komen als ze normaal warmere omgevingstemperaturen gewend zijn.

Zebravinken, die uit gebieden komen waar het ‘s nachts ook vrij koud kan worden, kunnen wat beter tegen lagere temperaturen, hoewel zij het ook liever warmer hebben. Denk er ook aan dat grote schommelingen vaak niet gezond zijn en dat dieren die binnen leven vaak niet gewend zijn aan lage temperaturen of grote temperatuurschommelingen.

Zorg er altijd voor dat de vogels een plek hebben zoals een nestkastje waarin ze zich kunnen terugtrekken als ze het koud hebben. Voor oudere, zieke of deels kale vogels wordt geadviseerd om de temperatuur boven 20 graden te houden. Eventueel kan een warmtelamp worden gebruikt om extra warmte te geven.

  • Zorg er dan voor dat de vogel kan kiezen of hij onder de lamp wil zitten en pas op dat hij niet bij de lamp of bij de snoeren kan.
  • Ook kan gebruik gemaakt worden van een speciale snuggle mat.
  • Let goed op het gedrag van uw vogels: bol zitten, meer eten en rillen kunnen tekenen zijn dat ze het te koud hebben.

Wie zijn thermostaat wil terugdraaien, moet rekening houden met zijn huisdieren. Maak het niet kouder dan uw dier aankan. Let op het gedrag van uw dier en zorg voor genoeg plekken om zich terug te trekken en warm te blijven (zoals mandjes, schuilhokjes, nestmateriaal en dergelijke).

Let extra op bij oudere of heel jonge dieren, zieke dieren, dieren met een aandoening en dieren met een slecht isolerende vacht / verenkleed. Verwarm indien nodig (een deel van) het verblijf, bijvoorbeeld met een kleine warmtelamp met infrarood (om de licht-donkercyclus niet te verstoren). Zorg dat uw dier ook bij de warmtebron vandaan kan als hij het te warm krijgt en let op dat hij niet aan de lamp of het snoer kan komen.

Eventueel kunt u voor sommige dieren ook gebruik maken van een speciaal voor dieren bedoeld warmtekussen (zoals een snuggle mat) of kruik. Let altijd goed op de veiligheid en kies iets wat past bij uw diersoort. Kies liefst een warmtebron zonder snoer en pas op dat uw dier er niet aan kan knagen of het kan slopen.

Waarom gaapt een hond als je hem aait?

Rustig beginnen – Voordat je een hond aait, zorg ervoor dat hij kalm en ontspannen is. Onzekere honden kunnen enorm veel baat hebben bij voldoende affectie. Ze wennen eraan dat ze op een vriendelijke en veilige manier worden aangeraakt en kunnen zo te leren ontspannen.

Zorg er daarom eerst voor dat de hond openstaat voor contact, laat hem rustig aan je hand snuffelen en begin dan met aaien. Het is wel belangrijk dat de hond niet op je springt of klimt, want dan zou je hem belonen voor hyperactief of bazig gedrag. Let op de reactie van de hond. Likt hij zijn lippen, hijgt of gaapt hij? Dan voelt hij zich niet op z’n gemak.

Dan kun je beter een stapje terug nemen. Zijn z’n oren en z’n staart ontspannen en gaat hij rustig zitten of liggen, tilt hij misschien zelfs een poot op? Dan zegt hij: ga maar door! Aai de hond met lange, rustige halen.

Kan een hond s nachts zonder water?

5. Zet s’ avonds het water weg – Deze tip lijkt misschien zielig, maar dat valt wel mee. Het weghalen van het waterbakje als je naar bed gaat, is namelijk erg effectief als je jouw puppy zindelijk wilt maken. Als je het water voor het slapen gaan weghaalt, verminder je de kans dat je pup ‘s nachts in huis plast.

Waarom wil een hond tegen je aan liggen?

Dit is voor honden een teken van affectie. Zelfs als hij bang is en tegen je aankomt leunen of bij je komt liggen bedoelt hij dit lief. Hij vertrouwt jou namelijk als geen ander en voelt zich veilig bij jou.

Wat is het gevoeligste plekje bij een hond?

Bovenop het hoofd, aan de oren, poten, benen en de staart zelf zijn gevoelige plekjes waar honden liefst gerust gelaten worden. Trage bewegingen, zacht masseren of lichtjes kriebelen zijn de beste methodes.

Kan een hond ook verliefd worden op zijn baasje?

Hoe kunnen dieren verliefd worden? – Bij dieren geldt eigenlijk hetzelfde als bij mensen. Verliefdheid komt door het stofje oxytocine. Oxytocine is een hormoon dat ervoor zorgt dat een band versterkt wordt. In het dierenrijk is dit stofje ook aanwezig, ook bij je hond of kat.

  • Wanneer jij lekker samen met je hond, wordt er bij je hond meer oxytocine aangemaakt die ervoor zorgt dat hij sterker met jou verbonden wordt.
  • Ook bij dieren onderling werkt dit stofje enorm goed.
  • Onderzoekers stelden ooit vast dat het aantal oxytocine flink steeg bij een geit die met een hond speelde.

Beide dieren kregen een flinke ‘boost’ en bouwden langzaamaan een goede vriendschap op. Als je dit betrekt op de rest van het dierenrijk, zoals bijvoorbeeld op zwanen, kun je dus (met een knipoog) zeggen dat zij verliefd op elkaar kunnen zijn, hoe cute! Verder geven duiven elkaar bijvoorbeeld een ‘tongzoen’ vlak voor de paring.

Hoe merk je dat een hond zich niet lekker voelt?

Symptomen van een zieke hond – Bij een eventuele ziekte kan je hond de volgende symptomen hebben:

Een slechte adem of kwijlen. Overmatig veel drinken of plassen. Veel meer of juist minder gaan eten en daardoor aankomen of afvallen. Een verandering in het energielevel (of verlies van interesse in dingen die hem eerder wél interesseerden). Stijfheid of moeite met opstaan en traplopen. Meer slapen dan normaal, of andere gedragsveranderingen. Hoesten, niesen, (te)veel hijgen of een moeizame ademhaling. Droge of jeukende huid, zweren, knobbels onder de huid of schudden met het hoofd. Regelmatig diarree of juist obstipatie. Droge, rode en troebele ogen.

Als je hond één van bovenstaande symptomen vertoont, is het raadzaam om direct contact op te nemen met je dierenarts. Omdat ziektes niet altijd te herkennen zijn en omdat symptomen van ziektes vaak worden toegewezen aan ouderdom, komen ziektes regelmatig pas bij controles aan het licht. Mede daarom is het belangrijk om je hond jaarlijks te laten controleren door je dierenarts.

Hoeveel uur slaapt een hond overdag?

Hoeveel slapen honden? – Honden slapen verdeeld over de dag relatief best veel. Een puppy zal gemiddeld zo’n 18 tot 20 uur slaap nodig hebben, een volwassen hond slaapt gemiddeld 12 tot 14 uur per dag en een senior kan wel 16 tot 18 slaap op een dag nodig hebben.

Kan een hond verdrietig zijn?

Hoe kan ik zien of mijn hond depressief is? – We moeten wel benoemen dat depressie bij honden echt bestaat. Hoewel ze het ons misschien niet kunnen vertellen, blijkt uit onderzoek duidelijk dat honden in staat zijn een breed scala van emoties te ervaren, waaronder negatieve emoties, zoals angst en bezorgdheid. Als je merkt dat je hond een van de volgende dingen vertoont:

Een verandering in eetlust Overmatig likken, vooral van de poten Desinteresse of verlies van interesse in wandelingen, speeltijd en/of andere vroeger zo geliefde bezigheden Slechte slaap of verstoring van het slaappatroon Overdreven vasthoudendheid aan jou of een ander gezinslid Plotseling destructief gedrag Veranderingen in de relatie met andere mensen of huisdieren in huis

Dit kunnen signalen zijn dat je hond pijn heeft, zich niet goed voelt of negatieve emoties ervaart. Als je een van deze tekenen opmerkt, neem dan contact op met een dierenarts. Sommige honden vertonen gedrag dat erop wijst dat zij rouwen wanneer een dier waarmee zij een nauwe band hebben, sterft of niet langer in de buurt is.

  1. Honden zijn zeer gevoelig voor menselijke lichaamstaal en stemmingen, en kunnen ons verdriet opmerken na het verlies van een speciale relatie.
  2. Als je huisdier je droefheid opmerkt, is het mogelijk dat wat zelfzorg op zijn plaats is.
  3. Om er zeker van te zijn dat je zo goed mogelijk voor je huisdier zorgt, moet je ook goed voor jezelf zorgen.

Honden kunnen zich ook gestrest en depressief voelen om andere redenen, zoals een grote verandering in hun huis of leefsituatie. Als je onlangs een nieuwe verantwoordelijkheid op je hebt genomen en minder tijd hebt om te bewegen, te spelen of met ze om te gaan, kan dit verveling of frustratie veroorzaken.

Hoe warm moet het in huis zijn voor een hond?

Huisvesting – minimale temperatuur in huis Hoe Lang Slaapt Een Hond Vanwege energie- en kostenbesparing wordt geadviseerd om de thermostaat in huis wat lager te zetten en ‘s nachts flink terug te draaien, bijvoorbeeld naar 15 graden of zelfs lager. Daarbij moet u echter wel rekening houden met de aanwezige huisdieren.

Unnen die daar wel tegen? Hier vindt u adviezen over aan te houden temperaturen en waar u aan moet denken. Honden en katten bewegen zich vaak vrij door het huis en kunnen daardoor zelf een prettige plek opzoeken. Maar wat voor hen comfortabel is, kan verschillen: niet alleen vanwege verschillen in bijvoorbeeld leeftijd, maar ook omdat er veel verschillende rassen zijn met bijvoorbeeld andere formaten en vachttypen.

Dat kan allemaal meespelen in het bepalen van een goede nachttemperatuur. Er is niet bekend welke temperaturen honden en katten het liefste hebben als ze zelf mogen kiezen. Er is wel onderzoek gedaan naar het effect van omgevingstemperaturen op de hoeveelheid energie die het dier nodig heeft om zichzelf op de juiste temperatuur te houden terwijl hij in rust is.

Een dier kan bijvoorbeeld gaan rillen en zijn stofwisseling verhogen om meer warmte te produceren, en dat kost energie. De omgevingstemperatuur waarbij het dier zo min mogelijk energie verbruikt, heet de thermoneutrale temperatuur. Die lag in diverse onderzoeken voor de kat tussen 30 en 35 graden. Voor de gemiddelde volwassen hond lag dit ongeveer tussen 20 en 25 graden, waarbij opvalt dat sledehonden zoals de husky ook bij temperaturen rond het vriespunt maar heel weinig extra energie verbruiken om zichzelf warm te houden.

Zij zijn helemaal aangepast aan een koude omgeving. In andere onderzoeken bleken honden vrij goed voor korte tijd tegen koudere temperaturen te kunnen, maar er is natuurlijk een verschil tussen welke temperatuur een dier voor korte tijd aankan en welke temperatuur voor hem comfortabel is.

  • Daarbij komt ook dat een dier tijd nodig heeft zich aan te passen.
  • Honden en katachtigen in de natuur hebben uiteraard ook te maken met lage temperaturen, maar een dier dat steeds buiten leeft maakt een goede wintervacht aan terwijl dat bij een dier dat binnen leeft doorgaans niet of minder gebeurt.
  • Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat pups die opgroeien bij een koude omgevingstemperatuur een veel dikkere vacht ontwikkelden dan pups die in een warmere omgeving opgroeiden.

En bij katten bleek dat de stofwisseling zich aanpaste bij gewenning aan kou, waardoor ze minder hoefden te rillen om zichzelf warm te houden. Dieren die veel energie nodig hebben om zichzelf warm te houden, eten ook meer. De meeste dieren die in Nederland leven zijn aangepast aan onze temperaturen.

Een kamertemperatuur van 25 graden is dan ook voor veel honden al aardig warm, en afhankelijk van hun ras en bouw en van waar ze aan gewend zijn kan dit ook te warm zijn. Er bestaan verschillende adviezen voor de temperatuur in honden- en kattenverblijven. De Universities Federation for Animal Welfare (UFAW) raadt aan om katten te houden bij 18 tot 24 graden en honden tussen 10 en 26 graden.

Dit is gericht op dieren die als huisdier worden gehouden. Voor honden in een bench moeten zowel hoge als lage temperaturen vermeden worden. De dieren moeten een droge, beschutte slaapplek hebben. Daarnaast zijn er adviezen die gericht zijn op het houden van dieren in instellingen zoals kennels, pensions, asielen en onderzoeksinstellingen.

De American Veterinary Medical Association geeft aan om de temperatuur voor hond en kat tussen 10 en 26 graden te houden en daarnaast rekening te houden met het individu.In richtlijnen opgesteld door de Europese Gemeenschap wordt geadviseerd om katten en honden die gebruikt worden voor onderzoek te houden tussen 15 en 21 graden.De National Research council geeft voor honden en katten in laboratoria een temperatuur van 16-29 graden aan.

De in deze adviezen genoemde minimumtemperaturen zijn wel bedoeld als ondergrens in bijvoorbeeld kennels, pensions en asielen. Dat betekent dat de dieren aan zulke temperaturen gewend raken, omdat de dag- en nachttemperatuur daar niet of nauwelijks van elkaar zullen verschillen.

Zeker bij dieren die voor onderzoek gehouden worden, wordt de temperatuur relatief constant gehouden. Voor een hond of kat die in een huis leeft waar de dagtemperatuur 19-21 graden is, zou een nachttemperatuur van 10 graden betekenen dat er wel erg veel verschil is. Dat maakt dat het dier zich er niet zo goed op kan instellen.

Juist op het moment dat het dier in rust is, en dus zelf weinig warmte produceert, is de omgevingstemperatuur laag. Een te koude omgeving tijdens de slaap is oncomfortabel en kan de slaap hinderen (dat geldt overigens ook voor een te warme omgeving). Er moet ook goed rekening worden gehouden met individuele verschillen: het ras, de leeftijd en de lichamelijke toestand van een dier spelen een rol in zijn mogelijkheden om zichzelf warm te houden.

  1. Een nachttemperatuur van 15 graden is daarom voor het ene dier prima, maar voor het andere dier echt te koud! Vooral bij honden zijn de rasverschillen groot.
  2. Honden met een dikke vacht verliezen veel minder snel hun warmte dan honden met een korte vacht, of zelfs helemaal zonder vacht.
  3. Een vacht zonder ondervacht laat ook sneller warmte los.
See also:  Waar Ligt Hof Van Saksen?

Kleine hondjes verliezen hun warmte veel sneller dan grote honden, omdat ze meer oppervlakte hebben ten opzichte van hun inhoud. En sommige honden hebben van nature al meer vetweefsel dan andere, wat kan helpen om warmte vast te houden. Bij katten zijn die verschillen wat kleiner, maar ook daar bestaan rassen met dikke of juist dunne vachten.

  • Het spreekt vanzelf dat een naaktkat zijn warmte extra snel kwijtraakt.
  • Ook de leeftijd speelt mee: zowel pups en kittens als oudere honden en katten hebben het moeilijker om hun temperatuur te reguleren en zij hebben daarom een warmere omgeving nodig.
  • Het is waarschijnlijk geen verrassing dat zieke dieren een warme omgeving nodig hebben.

Maar denk daarbij ook aan dieren die bijvoorbeeld gewrichtsklachten hebben; ook voor hen kan een koude omgeving zorgen dat ze meer last krijgen van pijn en stijfheid. Artrose komt veel voor bij huisdieren en wordt vaak over het hoofd gezien. Is uw dier niet meer zo actief als vroeger, springt de kat niet meer overal op of komt de hond wat trager uit zijn mand: bedenk dat dit gewrichtsklachten kunnen zijn, ook als uw dier nog relatief jong is! In die gevallen is het uiteraard verstandig om naar de dierenarts te gaan, maar ook om er rekening mee te houden dat een koude omgeving de klachten misschien kan verergeren (zie ook de artikelen over pijn herkennen bij hond en bij kat, elders op onze website).

  • Een grote, gezonde hond met een dikke vacht zal dus veel beter tegen lage temperaturen in huis kunnen en dat soms zelfs lekkerder vinden dan als de verwarming flink aan staat.
  • Maar voor een klein, kortharig hondje of een oudere kat kan beter een wat hogere temperatuur worden aangehouden.
  • Zieke dieren hebben vaak een nog wat hogere temperatuur nodig; overleg dat met uw dierenarts.

Op basis van de gegevens uit de literatuur en adviezen van de hierboven genoemde professionele organisaties lijken de volgende temperaturen een goede richtlijn. Let altijd op uw dier en zijn gedrag om te zien of de temperatuur voldoende comfortabel is.

Voor gezonde, volwassen honden van een gemiddeld ras: kies een nachttemperatuur in huis die niet meer dan 5 graden kouder is dan de temperatuur in huis overdag. Voor grote honden met een dikke vacht en sledehonden: houd de nachttemperatuur boven 10 graden om de temperatuurschommelingen niet te groot te maken. Voor kleine hondjes, honden met een dunne vacht, geen vacht of een vacht zonder ondervacht, en honden met heel weinig vet zoals windhonden: houd een minimale temperatuur van zo’n 18 graden aan. Voor jonge pups, oude honden en honden met een ziekte of aandoening: houd een minimale temperatuur van 18 graden aan en overleg bij ziekte met uw dierenarts.

Voor gezonde, volwassen katten: kies een nachttemperatuur in huis die niet meer dan 5 graden kouder is dan de temperatuur in huis overdag en zorg voor een slaapplek waar het tenminste 15 graden blijft. Voor katten met een dunne vacht (bv. rex, siamees): zorg voor een slaapplek waar het tenminste 18 graden blijft. Voor naaktkatten: houd de temperatuur boven 20 graden en zorg voor extra maatregelen zodat de kat het niet te koud krijgt. Voor kittens, oude katten en katten met een ziekte of aandoening: houd een minimale temperatuur van 18 graden aan en overleg bij ziekte met uw dierenarts.

Pups en kittens onder 4 weken hebben een nog hogere temperatuur nodig; overleg dat met uw dierenarts als u een nestje heeft. Zorg er bovendien voor dat hond en kat een goede slaapplek hebben, op een beschutte plaats en natuurlijk niet op de tocht. Maak voor de hond een plek een eindje boven de grond tegen optrekkende kou en zorg voor warme dekens of kleedjes waar hij zich in kan nestelen als hij dat wil.

  • Laat het dier zelf kiezen waar hij wil slapen.
  • Zit uw hond ‘s nachts in een bench? Dan kan hij niet zelf een andere plek zoeken als hij het te koud heeft en kan hij bovendien weinig bewegen.
  • Houd dan de kamertemperatuur wat hoger.
  • Let bovendien op dat uw hond na bijvoorbeeld het zwemmen of een wasbeurt helemaal opgedroogd moet zijn voor hij gaat slapen! Zorg voor katten voor genoeg warme slaapplekjes waar ze kunnen wegkruipen; denk aan zachte kattenmandjes met een hoge zijkant of deels overkapt, of kartonnen dozen met een kleedje erin.

Let goed op of u tekenen ziet dat uw dier het te koud heeft. Een dier dat het erg koud heeft kruipt weg, rolt zich in elkaar, rilt of is onrustig en komt niet goed aan slapen toe. Ook komt het regelmatig voor dat dieren die het koud hebben, vaker dan anders bij hun eigenaar komen zitten, zoals op schoot of op/in bed, of andere warme plekken opzoeken.

Konijnen kunnen vrij goed tegen lagere temperaturen, maar minder goed tegen grote schommelingen in temperatuur. Laat u het ‘s nachts 15 graden worden maar stookt u het overdag dan weer op tot 21 graden, dan is dat al een aardig verschil. Bovendien maakt een konijn dat binnen woont niet zo’n dikke wintervacht als een konijn dat buiten leeft.

Laat de temperatuur dus niet verder zakken dan zo’n 15 graden. Zorg dan in elk geval voor voldoende stro en hooi om in weg te kruipen. Huisvesting met een soortgenoot, wat voor een sociaal dier als het konijn belangrijk is, zorgt ervoor dat ze elkaar ook warm kunnen houden.

  1. Houd bovendien rekening met individuele verschillen en de verschillen tussen rassen en vachten.
  2. Oude konijnen houden zichzelf wat minder goed warm, voor hen is het beter de nachttemperatuur wat hoger te houden.
  3. Maak eventueel een nachthokje waarin ze zich kunnen terugtrekken, met veel hooi en stro waardoor hun eigen warmte goed wordt vastgehouden.

Is een konijn ziek, dan dreigt gevaar voor onderkoeling en moet het dier goed warm gehouden worden! Houd de thermostaat dan boven 20 graden en maak indien nodig gebruik van plaatselijk extra warmte, zoals met een kruik of warmtelamp. Cavia’s kunnen minder goed tegen de kou dan konijnen.

Ze kunnen ook niet tegen grote temperatuurverschillen. Voor hen is het prettiger de temperatuur boven 18 graden te houden. Houd de temperatuur voor haarloze cavia’s boven 22 graden. Ook voor cavia’s geldt bovendien dat ze in elk geval een soortgenoot nodig hebben, wat kan helpen om elkaar warm te houden.

Geef de dieren een flinke berg hooi om een warm plekje te maken. Wilt u de kamertemperatuur lager maken, zorg dan voor een goed schuilhok met hooi erin zodat de warmte die de cavia’s zelf produceren daar goed blijft hangen. Onder de kleinere knagers zijn er ook dieren die een wat hogere temperatuur nodig hebben in hun verblijf.

Hamsters, ratten en muizen houden niet van te koude temperaturen. Er zijn proeven gedaan om te kijken welke omgevingstemperatuur ze zelf zouden kiezen. Ratten blijken overdag een temperatuur van ongeveer 27-28 graden te kiezen en ‘s nachts zo’n 5 graden lager. Ook muizen kozen in proeven voor hoge temperaturen, gemiddeld ligt de door hen gekozen temperatuur rond 30 graden, ‘s nachts als ze actief zijn zo’n 4 graden lager.

Muizen die in hun eentje gehuisvest waren, kozen een temperatuur die een graad hoger was dan muizen die in een groepje van 5 leefden. Het gaat hier om dieren die ‘s nachts actief zijn; ze blijken een hogere temperatuur te kiezen overdag, op de momenten dat ze slapen en zelf dus minder warmte produceren.

Muizen en ratten kunnen door het bouwen van nesten en door dicht op elkaar te zitten weliswaar veel koudere temperaturen aan, maar warmer is voor hen duidelijk comfortabeler. In de literatuur wordt voor muizen en ratten in laboratoria een temperatuur tussen 20 en 26 graden aanbevolen. Syrische hamsters kozen in proeven voor temperaturen van rond 33 graden overdag en zo’n 26-28 graden ‘s nachts.

Dit zijn solitaire dieren, die elkaar dus niet warm houden, maar ze kunnen wel door het bouwen van een nest een plekje voor zichzelf maken waar de temperatuur plaatselijk hoger blijft. Syrische hamsters kunnen bij lage temperaturen in winterrust of winterslaap gaan.

Daarbij verlagen ze hun stofwisseling om energie te sparen. Bij temperaturen onder 15 graden zullen ze minder actief worden en bij temperaturen onder een graad of 8-10 en weinig licht bestaat de kans dat de hamster in winterslaap gaat. De kans dat dit in huis gebeurt is klein, maar treft u een hamster aan die dood lijkt en is de temperatuur laag, controleer dan extra of hij wel echt overleden is! Een duidelijk verschil is dat een dode hamster stijf wordt, terwijl een hamster in winterslaap slap blijft.

Bij langzaam opwarmen wordt de hamster dan uiteindelijk weer wakker. Dwerghamsters houden geen winterslaap. Ze kunnen wel in een korte rusttoestand (torpor genoemd) gaan van enkele uren om energie te sparen. Dat gebeurt eerder als het in de omgeving koud is.

  1. Voor Mongoolse gerbils ligt de omgevingstemperatuur waarbij ze zo min mogelijk energie verbruiken in onderzoek overdag ongeveer tussen 28 en 33 graden.
  2. In hun natuurlijke leefomgeving komen hele hoge en hele lage temperaturen voor.
  3. In hun hol blijft het tijdens hete perioden echter tussen 30 en 35 graden.

Tijdens kou kunnen ze door hun stofwisseling te versnellen zelf meer warmte produceren, en door in elkaar te kruipen die warmte beter vasthouden. Voor veel knagers zoals gerbils, hamsters, ratten en muizen ligt 15 graden dus wel erg ver van hun zelf gekozen temperatuur af.

Een lage temperatuur kan oncomfortabel zijn en kan ook hun weerstand verlagen. Houd daarom voor hen de temperatuur bij voorkeur boven 18 graden, liever nog 20 graden, en zorg in elk geval voor voldoende schuilhuisjes en nestmateriaal en bij gerbils, muizen en ratten natuurlijk voor soortgenoten, want deze dieren slapen samen en houden elkaar zo warm.

Let goed op uw dieren. In elkaar gedoken zitten, rillen, dichter op elkaar zitten en zich vaker in hun schuilplek, hooi of nest terugtrekken kunnen aanwijzingen zijn dat ze het te koud vinden. Is de temperatuur in uw kamer toch lager dan voor uw dier comfortabel is? Eventueel kan een warmtelampje boven een deel van het verblijf dan zorgen voor een plaatselijk hogere temperatuur zodat u niet de hele kamer hoeft te verwarmen.

  • Zorg er dan wel voor dat de dieren niet bij de lamp of het snoer kunnen komen! Hang de lamp zo dat de dieren kunnen kiezen of ze wel of niet onder de lamp willen zitten en let goed op dat het niet te warm wordt.
  • Ies een warmtelamp die geen licht geeft, zoals met infrarood, want anders verstoort u de licht-donkercyclus.

Bij fretten is geen onderzoek gedaan naar welke temperatuur zij het prettigste vinden. Zij hebben eerder last hebben van te hoge dan van lagere temperaturen. De aanbeveling uit literatuur is om de temperatuur boven 15 graden te houden. In de praktijk kunnen fretten wel tegen lagere temperaturen.

Zorg er dan echter wel voor dat ze zelf een warm plekje kunnen vinden, zoals een nestbox met wat handdoeken erin. Met een terrarium en aquarium moet u er rekening mee houden dat die verblijven ook ‘s nachts op een temperatuur gehouden moeten worden die past bij de diersoort. Deze verblijven hebben doorgaans een eigen verwarming en thermostaat.

Heeft u bijvoorbeeld een verwarmd aquarium van 24 graden maar zet u ‘s nachts de verwarming van de kamer op 15 graden, dan zal de verwarming van het aquarium harder moeten werken om het water op de juiste temperatuur te houden, wat extra verbruik geeft.

Let in zo’n geval op of de verwarming wel sterk genoeg is om de gewenste temperatuur ook ‘s nachts te bereiken. Bij een onverwarmd terrarium of aquarium op kamertemperatuur moet de nachttemperatuur in de kamer niet lager worden dan de aanbevolen temperatuur voor de diersoort. Of vogels tegen lagere nachttemperaturen kunnen, hangt af van hun herkomst en hun lichamelijke toestand.

Vogels die uit tropische gebieden komen kunnen meestal minder goed tegen te lage temperaturen. Laat voor bijvoorbeeld amazonepapegaaien, grijze roodstaartpapegaaien en pyrrhura’s maar ook diamantduiven of gouldamadines de temperatuur daarom liever niet onder 15 graden komen als ze normaal warmere omgevingstemperaturen gewend zijn.

  1. Zebravinken, die uit gebieden komen waar het ‘s nachts ook vrij koud kan worden, kunnen wat beter tegen lagere temperaturen, hoewel zij het ook liever warmer hebben.
  2. Denk er ook aan dat grote schommelingen vaak niet gezond zijn en dat dieren die binnen leven vaak niet gewend zijn aan lage temperaturen of grote temperatuurschommelingen.

Zorg er altijd voor dat de vogels een plek hebben zoals een nestkastje waarin ze zich kunnen terugtrekken als ze het koud hebben. Voor oudere, zieke of deels kale vogels wordt geadviseerd om de temperatuur boven 20 graden te houden. Eventueel kan een warmtelamp worden gebruikt om extra warmte te geven.

  1. Zorg er dan voor dat de vogel kan kiezen of hij onder de lamp wil zitten en pas op dat hij niet bij de lamp of bij de snoeren kan.
  2. Ook kan gebruik gemaakt worden van een speciale snuggle mat.
  3. Let goed op het gedrag van uw vogels: bol zitten, meer eten en rillen kunnen tekenen zijn dat ze het te koud hebben.

Wie zijn thermostaat wil terugdraaien, moet rekening houden met zijn huisdieren. Maak het niet kouder dan uw dier aankan. Let op het gedrag van uw dier en zorg voor genoeg plekken om zich terug te trekken en warm te blijven (zoals mandjes, schuilhokjes, nestmateriaal en dergelijke).

Let extra op bij oudere of heel jonge dieren, zieke dieren, dieren met een aandoening en dieren met een slecht isolerende vacht / verenkleed. Verwarm indien nodig (een deel van) het verblijf, bijvoorbeeld met een kleine warmtelamp met infrarood (om de licht-donkercyclus niet te verstoren). Zorg dat uw dier ook bij de warmtebron vandaan kan als hij het te warm krijgt en let op dat hij niet aan de lamp of het snoer kan komen.

Eventueel kunt u voor sommige dieren ook gebruik maken van een speciaal voor dieren bedoeld warmtekussen (zoals een snuggle mat) of kruik. Let altijd goed op de veiligheid en kies iets wat past bij uw diersoort. Kies liefst een warmtebron zonder snoer en pas op dat uw dier er niet aan kan knagen of het kan slopen.

Adblock
detector